STORINGEN, OORZAKEN EN REMEDIES
STORINGEN
• De luchtverhitter start niet en de ventilator start
niet
• De luchtverhitter start niet en stopt terwijl:
MODEL M- M DV
>> ìde ventilator blijft werken
MODEL A
>> de lamp (8) gaat branden met vast rood
licht
• De generator stopt niet na de stopprocedure te
hebben uitgevoerd
• Geluid of trillingen van de ventilator
Als met de beschreven controles en remedies niet de oorzaak van de storing is gevonden, wordt verzocht contact op te nemen met het
dichtstbijzijnde erkende verkoop- of servicepunt.
NL
OORZAKEN
• Elektrische voeding ontbreekt
• Verkeerde stand van de hoofdschakelaar
• Onregelmatige werking van de
omgevingsthermostaat (model A)
• Onvoldoende gastoevoer
• Ingrijpen van de veiligheidsthermostaat
wegens oververhitting van de
verbrandingskamer
• De vlam gaat niet branden
• Defecte veiligheidsthermostaat
• Het thermokoppel wordt niet warm en de
thermische gasklep sluit (model M - M DV)
• Defect thermokoppel (model M - M DV)
• De elektrische voedingskabel is verbonden
met de polariteit omgekeerd L en N (model
A)
• De ionisatie-elektrode detecteert niet de
aanwezigheid van de vlam (model A)
• Ingreep van de regelapparatuur wegens
onregelmatige werking van de brander
(model A)
• Defecte elektronische regelapparatuur
(model A)
• De magneetkleppen sluiten niet wegens
deeltjes en/of residuen
• Defecte omgevingsthermostaat (model A)
• Vreemde voorwerpen op de schoepen van
de ventilator afgezet
• Slechte luchtcirculatie
34
REMEDIES
• Controleer de kenmerken van de elektrische voeding
• Controleer de elektrische aansluitingen
• Controleer de toestand van de zekering
• Kies de correcte stand
• Controleer de positie van de thermostaat
• Controleer de elektrische aansluiting van de
thermostaat
• Controleer de werking van de thermostaat
• Controleer de gasfles
• Controleer de gastoevoerleiding en verwijder
eventuele residuen die de stroom blokkeren
• Controleer de drukregelaar en vervang hem
eventueel
• Controleer of de inlaat- en toevoerroosters niet
verstopt zijn
• Controleer of het vertrek goed geventileerd is
• Controleer of de hete lucht vrij kan uittreden
• Controleer of het gasdebiet of de gadruk niet
overmatig is
• Controleer de ontsteker (piëzoelektrisch bij modellen
M, elektronisch bij modellen A) en de elektrische
aansluiting en vervang deze eventueel
• Controleer de positie van de ontstekingselektrode
• Controleer de thermostaat en vervang hem
eventueel
• Herhaal het starten en houd de knop van de
thermische gasklep minstens 30 seconden ingedrukt
• Controleer de positie van het thermokoppel
• Verwijder het thermokoppel en reinig het
• Controleer het thermokoppel en vervang het
eventueel
• Het omkeren van de polariteit van de L en N
• Verwijder de vlamsensor en reinig hem of vervang
hem
• Wendt u zich tot de Technische Servicedienst
• Controleer de apparatuur en vervang deze eventueel
• Onderbreek de gastoevoer, laat de luchtverhitter het
resterende gas in de slang verbranden en neemt
contact op met de Technische Servicedienst
• Controleer de thermostaat en vervang hem
eventueel
• Controleer de elektrische aansluiting van de
thermostaat
• Verwijder de vreemde voorwerpen
• Verwijder alle mogelijke obstakels die de luchtstroom
belemmeren