• Dit wordt bevestigd door één waterstoot.
• In de reinigingsmodus (ca. 2 minuten) knippert het
controlelampje 2x bij het begin en 2x na afloop van
de reinigingsmodus.
Hygiënespoeling, zie afb. [30].
De hygiënespoeling is bedoeld voor het waarborgen van de
waterhygiëne als de kraan gedurende een langere periode niet
wordt gebruikt.
Starten door de uitloop aan te raken en vervolgens de knop op
de besturing in te drukken. De spoeltijd tijdens de
hygiënespoeling is 10 minuut.
Als de kraan tijdens de spoeltijd opnieuw in werking
wordt gesteld, stopt de waterstroom. De hygiënespoeling
wordt onderbroken en moet opnieuw worden gestart.
Onderhoud
Controleer alle onderdelen, reinig en vervang ze indien nodig.
Sluit de koud- en warmwatertoevoer af.
Batterij wegnemen en stekkeraansluiting loskoppelen,
zie uitvouwbaar blad II, afb. [14] en [19].
I. Patroon, zie uitvouwbaar blad III, afb. [31].
Montage in omgekeerde volgorde. Controleer bij het inbouwen
van het patroon of de pakkingen goed zitten. Schroef
de schroeven vast en haal deze beurtelings vast aan.
II. Uittrekbare handdouche met terugslagklep,
zie uitvouwbaar blad III, afb. [32].
Montage in omgekeerde volgorde.
III. Batterij, zie uitvouwbaar blad II, afb. [14] en [19].
De batterij moet maximaal 10 jaar na inbedrijfstelling van
de kraan worden vervangen.
Als de batterij moet worden vervangen, wordt dit door het
controlelampje van de besturing en op de kraan aangegeven.
De batterijvervanging wordt bij het gebruik van de Touch-
functie aangegeven.
Storing
Oorzaak
Water stroomt niet
• Watertoevoer onderbroken
Water gaat niet
• Watertoevoer onderbroken
stromen na contact
• Zeef in magneetventiel verstopt
• Aansluitstekker van magneetventiel heeft
geen contact
• Magneetventiel defect
• Geen spanning
- Batterij leeg
- Stekkerverbinding heeft geen contact
• Reinigingsmodus actief
• Sensoren niet correct ingesteld
op de omgevingsomstandigheden
Water stroomt
• Magneetventiel defect
continu
• Sensoren niet correct ingesteld
op de omgevingsomstandigheden
Water stroomt
• Sensoren niet correct ingesteld
ongewenst
op de omgevingsomstandigheden
• Slangen komen tegen elkaar
• Slangen werden langer gemaakt
• Activering door vocht
• Geen potentiaalvereffening
• Kraan is niet juist afgesteld
Te weinig water
• Mousseur vervuild
• Zeef in magneetventiel vervuild
• Afsluitkleppen, hoekstopkranen niet volledig
geopend
Bij een lage laadtoestand van de batterij knippert het
controlelampje en start de waterstroom met drie korte
waterstoten.
Als de batterij bijna leeg is, knippert het controlelampje en
stopt de waterstroom na drie korte waterstoten.
Bij een lege batterij knippert het controlelampje en stroomt er
geen water.
Montage in omgekeerde volgorde.
Plaats de batterij in de juiste richting.
IV. Magneetventiel, zie uitvouwbaar blad III, afb. [33] en [34].
Montage in omgekeerde volgorde.
V. Besturing, zie uitvouwbaar blad III, afb. [33] tot [35].
Montage in omgekeerde volgorde.
VI. Terugslagklep en zeef, zie uitvouwbaar blad III, afb. [36].
Montage in omgekeerde volgorde.
Reserveonderdelen
Zie uitvouwbaar blad IV (* = speciaal toebehoren).
Onderhoud
De aanwijzingen voor het onderhoud van deze kraan vindt
u in de bijgaande onderhoudinstructies.
Aanwijzingen m.b.t. afvalverwerking
Apparaten voorzien van dit pictogram horen niet thuis
in het restafval, maar moeten volgens de nationale
voorschriften gescheiden worden ingeleverd.
Voer batterijen volgens de landspecifieke
voorschriften af!
Oplossing
- Afsluitkleppen/hoekafsluiters openen
- Afsluitkleppen/hoekafsluiters openen
- Zeef reinigen
- Stekkerverbinding in elkaar steken
- Magneetventiel vervangen
- Batterij vervangen
- Stekkerverbindingen controleren
- 2 minuten wachten
- Touch-parameter verhogen
(5 is hoogste waarde ... 1 is laagste waarde)
- Magneetventiel vervangen
- Touch-parameter verlagen
(5 is hoogste waarde ... 1 is laagste waarde)
- Touch-parameter verlagen
(5 is hoogste waarde ... 1 is laagste waarde)
- Contact controleren en eventueel isoleren
- Verlengstuk van de slang isoleren
- Geen vochtige doeken op de kraan leggen
- Potentiaalvereffening realiseren, zie hoofdstuk
Installatie
- Batterij wegnemen en weer plaatsen. Als het
controlelampje gaat branden, opnieuw controleren
- Mousseur vervangen of reinigen
- Zeef reinigen
- Afsluitkleppen, hoekafsluiters volledig openen,
toevoerleidingen controleren
12