Grasniveau-indicator
De grasniveau-indicator geeft de hoeveelheid gemaaid
gras aan. Zolang de grasmand nog niet vol is, zal de
indicator blijven zweven terwijl de snijbladen draaien.
► Fig.24: 1. Grasniveau-indicator
Wanneer de grasmand bijna vol is, zal de indicator niet
meer zweven terwijl de snijbladen draaien. In dat geval
stopt u onmiddellijk het gebruik en leegt u de grasmand.
► Fig.25: 1. Grasniveau-indicator
OPMERKING: Deze indicator is slechts een grove
richtlijn. Afhankelijk van de toestand binnenin de gras-
mand,werkt deze indicator niet altijd goed.
De hoogte van de handgreep
afstellen
LET OP:
Voordat u de bouten verwij-
dert, houdt u de bovenste handgreep stevig
vast. Anders kan de handgreep vallen en letsel
veroorzaken.
De hoogte van de handgreep kan worden afgesteld op
twee hoogten.
1.
Verwijder de bovenste bouten uit de onderste
handgreep met behulp van pijpsleutel 13 en draai
daarna de onderste bouten los.
► Fig.26: 1. Bovenste bout 2. Onderste bout
2.
Stel de hoogte van de handgreep af en draai
daarna de bovenste en onderste bouten stevig vast.
De rijsnelheid afstellen
Voor AM3846/AM3753
► Fig.27: 1. Snelheidshendel
De rijsnelheid kan worden ingesteld met behulp van de
snelheidshendel. Om de snelheid te verlagen, trekt u
de hendel naar u toe, en om de snelheid te verhogen
kantelt u de hendel naar voren.
Het mulch-inzetstuk gebruiken
Het mulch-inzetstuk maakt het mogelijk om het maaisel
naar de grond terug te voeren zonder het maaisel op
te vangen in de grasmand. Wanneer u het apparaat
met het mulch-inzetstuk gebruikt, moet u de grasmand
verwijderen.
KENNISGEVING:
Wanneer u het apparaat met
het mulch-inzetstuk gebruikt, verzekert u zich
ervan dat de totale lengte van het gras 30 mm of
meer is, of de maailengte 15 mm of minder is.
► Fig.28: (1) 30 mm of meer (2) 15 mm of minder
Het uitworp-hulpstuk gebruiken
Voor AM3653/AM3753
Het uitworp-hulpstuk maakt het mogelijk om het maaisel
aan de rechterkant van de machine op de grond te wer-
pen zonder het maaisel op te vangen in de grasmand.
Wanneer u het apparaat met het uitworp-hulpstuk
gebruikt, moet u het mulch-inzetstuk aanbrengen en de
grasmand verwijderen.
Elektronische functies
Het gereedschap is uitgerust met elektronische aanstu-
ring voor een gemakkelijke bediening.
•
Constante-toerentalregeling van snijblad
Elektronische toerentalregeling voor het aanhou-
den van een constant toerental. Maakt een onbe-
rispelijke afwerking mogelijk omdat het toerental
zelfs onder belasting constant blijft.
•
Zachte-start bij aandrijving
De functie zachte-start minimaliseert de start-
schok en laat het gereedschap geleidelijk starten.
•
Elektrische rem
Dit apparaat is voorzien van een elektrische rem. Als
het apparaat constant niet in staat is de snijbladen van
de grasmaaier snel stil te zetten nadat de schakelhen-
del is losgelaten, laat u het apparaat onderhouden door
een erkend Makita/Dolmar-servicecentrum.
BEDIENING
Maaien
WAARSCHUWING:
dert u alle takken en stenen van het te maaien
terrein. Bovendien kunt u beter ook van tevoren
alle onkruid uit het te maaien grasveld wieden.
WAARSCHUWING:
altijd een beschermende bril of een veiligheidsbril
met volledig gesloten zijkantbescherming.
LET OP:
Als het maaisel of een vreemd voor-
werp zich ophoopt binnenin het maaidek, moet u
eerst de contactsleutel en accu verwijderen, en
handschoenen aantrekken voordat u het maaisel
of vreemde voorwerp verwijdert.
KENNISGEVING:
voor het maaien van een gazon. Maai geen
onkruid met deze machine.
► Fig.29
Houd bij het maaien de handgreep met beide handen
stevig vast. De richtlijn voor de maaisnelheid is onge-
veer 7 tot 14 meter per 10 seconden.
► Fig.30
De middellijnen van de voorwielen kunnen worden
gebruikt als richtlijn voor de maaibreedte. Gebruik de
middellijnen als richtlijn bij het maaien in banen. Overlap
elke baan met de helft of een derde van de breedte van
de vorige baan om het gazon gelijkmatig te maaien.
► Fig.31: 1. Maaibreedte 2. Overlapping 3. Middenlijn
Verander de maairichting bij elke baan om te voorko-
men dat het graspatroon in één richting wordt gevormd.
► Fig.32
Controleer regelmatig het gemaaide gras in de gras-
mand. Leeg de grasmand voordat deze vol raakt. Vóór
elke periodieke inspectie dient u de grasmaaier uit te
schakelen en daarna de contactsleutel en de accu te
verwijderen.
70 NEDERLANDS
Voor het maaien verwij-
Draag bij het maaien
Gebruik deze machine alleen