- Installatie met ISOFIX
en autogordel - Installatie
enkel met autogordel
Kinderen met een lengte
van meer dan 125 cm -
enkel rechtop
ACHTERWAARTS GERICHT (40 – 105 cm)
Let op! Kinderen van minder dan 61 cm kunnen het zitje alleen met een reductie-inzetstuk
gebruiken (afb. C).
1.
Schuif de stabilisatiepoot uit (afb. 1 en 2).
2.
Plaats de autostoel op de bank van de auto.
3.
Druk het verstelhendel van een schuifelement en schuif de ISOFIX -armen uit (afb.
3). Veranker de ISOFIX-armen aan de klemmen in de autobank (afb. 4). De armen
vergrendelen en er is een karakteristieke klik te horen. De groene aanduiding op ISOFIX
moet aan beide zijden van het autostoeltje zichtbaar zijn.
4.
Zorg ervoor dat de anti-rotatie frame stevig tegen de rugleuning van de autobank is
gedrukt (afb. 5). Druk het autostoeltje naar de rugleuning. Druk de onderbouw van het
autostoeltje met een links-rechts beweging naar de achterkant van de autobank tot het
volledig met de achterkant van het anti-rotatie frame is uitgelijnd.
5.
Druk op de knop voor het verstellen van de stabilisatiepoot. Het uitschuifbare deel moet
automatisch uitschuiven (afb. 6a).
6.
Stel de poothoogte zo in dat de voet weerstand van de vloer krijgt. Nu kan de knop
worden losgelaten.
7.
Zorg ervoor dat de indicator voor de stabilisatiepoot groen is en dat de poot de vloer in
de auto raakt (afb. 6b) en niet scheef staat (afb. 6c).
LET OP! Installeer de voet van de steunpoot nooit op het dashboardkastje in de vloer van
de auto. Hierdoor kan het dashboardkastje bij een ongeval worden gebroken. Raadpleeg bij
twijfel de handleiding van het voertuig.
LET OP! De steunpoot kan nooit in de lucht hangen en er mogen geen voorwerpen eronder
worden geplaatst.
8.
Druk op de rotatieknop van het zitje (19, afb. B) en plaats het zitje vervolgens in een
zijwaartse positie, onder een hoek van 90 ° (afb. 7)
Voorwaarts
gericht
‑ 77 ‑
Van 100 tot
150 cm
NL