05_DJM-700_DU.book 18 ページ 2007年7月10日 火曜日 午後8時44分
EFFECTFUNCTIES
BEAT-EFFECTEN PRODUCEREN
Met de beat-effecten kunnen de effecttijden onmiddellijk
gesynchroniseerd worden met de BPM (beats per minuut),
waardoor zelfs tijdens live-uitvoeringen een groot scala aan
effecten kan worden geproduceerd, synchroon met het huidige
ritme.
1
Stel de BPM meetmethode in op AUTO om de BPM (beats per
minuut) te meten.
De BPM van het muziekingangssignaal wordt automatisch
gedetecteerd. Bij het inschakelen van het apparaat komt de
functie in de [ AUTO ] stand te staan.
• Als de BPM van een track niet automatisch gedetecteerd
kan worden, zal de BPM teller van het display knipperen.
• Meetbereik: BPM = 70 tot 180.
Het is mogelijk dat bij sommige tracks geen
nauwkeurige meting kan worden uitgevoerd.
In dit geval drukt u op de TAP toets en voert u de beat
handmatig in.
[Gebruik van de TAP toets voor het handmatig invoeren
van de BPM]
Als tweemaal of vaker op de TAP toets wordt gedrukt,
synchroon met de beat (1/4 noten), zal de BPM worden
opgenomen als de gemiddelde waarde die gedurende dat
interval is vastgesteld.
• Wanneer de BPM functie is ingesteld op [ AUTO ], zal bij
tikken op de TAP toets de BPM functie overschakelen naar
de TAP stand en wordt het interval gemeten waarop de TAP
toets wordt ingedrukt.
• Als de BPM via de TAP toets wordt ingesteld, wordt het beat-
veelvoud " 1/1 " (of " 4/1 ", afhankelijk van het gekozen effect)
en de tijd voor 1 beat (1/4 noten) of 4 beats wordt als de
effecttijd ingesteld.
• Als de TIME regelaar wordt rondgedraaid terwijl de TAP
toets ingedrukt wordt gehouden, kan handmatig een directe
BPM worden ingesteld.
Als de TIME regelaar wordt rondgedraaid terwijl de TAP
toets en de AUTO toets ingedrukt worden gehouden, kan de
BPM in eenheden van 0,1 worden ingesteld.
2
Zet de effectkeuzeschakelaar op het gewenste effect.
• Op het display wordt de naam van het gekozen effect
aangegeven.
• Zie blz. 16 tot 17 voor verdere informatie over de diverse
effecten.
3
Zet de effectkanaal-keuzeschakelaar op het kanaal waarop u
het effect wilt toepassen.
• Het gekozen kanaal licht op het kanaalnaamgebied van het
display op.
• Als [ MIC ] wordt gekozen, zal het effect op microfoon 1 en
microfoon 2 worden toegepast.
18
Du
Voorbeeld van display-aanduidingen
1 2 3 4
A B M
BEAT 2, 3
4
AUTO
TAP
TAP
1
AUTO
2
3
TIME
LEVEL/DEPTH
5
ON/OFF
4
Druk op de BEAT toets ( ,
kiezen waarmee het effect gesynchroniseerd moet worden.
• Als
wordt ingedrukt zal de beat-telling die berekend is op
basis van de BPM verdubbeld worden en als
ingedrukt zal de beat-telling die berekend is op basis van de
BPM gehalveerd worden (bij sommige effecten is ook de
" 3/4 " instelling mogelijk).
• Het veelvoud van de gekozen beat (parameter 1 positie)
wordt in zeven gedeelten op het display aangegeven (zie blz.
12).
• De effecttijd die correspondeert met het beat-veelvoud wordt
automatisch ingesteld.
Voorbeeld: Bij BPM = 120
1/1 = 500 ms
1/2 = 250 ms
2/1 = 1.000 ms
5
Zet de ON/OFF toets op ON om het effect in te schakelen.
• Telkens wanneer op de toets wordt gedrukt, zal het effect
omschakelen tussen ON/OFF (bij het inschakelen van het
apparaat komt de functie op OFF te staan).
• De ON/OFF toets knippert wanneer het effect op ON staat.
Parameter 1
Gebruik de TIME ( PARAMETER 1 ) regelaar om de tijdelijke
parameter (tijd) voor het gekozen effect in te stellen. (Bij sommige
effecten wordt deze regelaar voor andere instellingen dan de
tijdparameters gebruikt.)
Zie blz. 20 voor verdere informatie over de invloed die het
ronddraaien van de TIME ( PARAMETER 1 ) regelaar heeft op
parameter 1.
Parameter 2
Gebruik de LEVEL/DEPTH ( PARAMETER 2 ) regelaar om de
kwantitatieve parameter (tijd) voor het gekozen effect in te stellen.
Zie blz. 20 voor verdere informatie over de invloed die het
ronddraaien van de LEVEL/DEPTH ( PARAMETER 2 ) regelaar heeft
op parameter 2.
Effectnaam: DELAY
Effectkanaal-selectie: CH 1
MIDI
BPM waarde: 120 BPM
BPM
%
Parameter 1: 500 ms
mS
Beat-veelvoud: 1/1
) om het beat-veelvoud te
wordt