Basisinstellingen
08
ACL
Deze functie zorgt voor een compensatie die resulteert in optimale
contrastkarakteristieken voor de weergegeven beelden.
Instellingen
Uit
Aan
Gamma
Deze functie regelt de zogenaamde gammakarakteristieken (de gradatie
van het beeld).
Instellingen
1
2
3
7
Druk op HOME MENU om het menu te sluiten.
Gebruik van 3DYC en de I-P-modus
1
Druk op HOME MENU.
2
Stel in op "Beeld" ( /
3
Stel in op "Professionele instelling." ( /
4
Stel in op "Anderen" ( /
5
Stel het in te stellen item ( /
• U kunt kiezen tussen "3DYC" of "I-P-modus".
6
Stel de gewenste parameter ( /
3DYC
Optimaliseert de scheiding van helderheids- en kleursignalen. Dit werkt
zowel voor bewegende als voor stilstaande beelden.
Instellingen
Uit
Hoog
Midden
Laag
I-P-modus
Optimaliseert de conversie van geïnterlinieerde naar progressieve
signalen. Dit werkt zowel voor bewegende als voor stilstaande beelden.
Instellingen
1
2
3
7
Druk op HOME MENU om het menu af te sluiten.
OPMERKING
• Voor 3DYC zijn de individuele parameters alleen instelbaar
wanneer:
U INPUT 1, 2 of 3 als signaalbron heeft geselecteerd en
"Video" als signaaltype (bladzijde 55); of
U INPUT 5 als signaalbron heeft geselecteerd zonder dat er
een S-Videokabel is aangesloten; of
U de analoge ontvanger heeft geselecteerd.
• Voor de I-P-modus kunnen de individuele parameters niet
worden geselecteerd bij de volgende ingangssignalen:
480p, 720p@60 Hz, 576p, 720p@50 Hz, 1080p@24 Hz.
36
Du
ACL uitgeschakeld.
ACL ingeschakeld.
Gammakarakteristiek 1.
Gammakarakteristiek 2.
Gammakarakteristiek 3.
en dan ENTER).
en dan ENTER).
en dan ENTER).
en dan ENTER).
en dan ENTER).
3DYC uitgeschakeld.
Verbeterd 3DYC
Standaard 3DYC
Gematigd 3DYC
Optimaal voor bewegende beelden
Standaardinstelling
Optimaal voor stilstaande beelden
Geluidsinstellingen
Via de volgende instellingen kunt u de geluidsweergave aan uw
voorkeuren aanpassen.
U kunt de geluidsweergave voor elk van de AV Selectie standen
aan uw eigen voorkeuren aanpassen. Zie bladzijde 33.
1
Druk op HOME MENU.
2
Stel in op "Geluid" ( /
3
Kies het onderdeel dat u wilt bijregelen ( / ).
4
Kies het gewenste niveau ( / ).
Geluid STANDAARD
Hoge tonen
Lage tonen
Balans
Reset
FOCUS
Surround voor
Hoofdtelefoon Uit
Sub Volume
Onderdeel
toets
Hoge tonen
Voor zwakkere hoge tonen
Lage tonen
Voor zwakkere lage tonen
Balans
Vermindert het volume van
de rechter luidspreker
5
Druk op HOME MENU om het menu te sluiten.
OPMERKING
• Om terug te gaan naar de fabrieksinstellingen voor alle
onderdelen, gebruikt u
/
selecteren, waarna u op ENTER drukt. Er zal een bevestiging
op het scherm verschijnen. Druk op
druk op ENTER.
• De geluidsweergave via een hoofdtelefoon kan niet worden
geregeld.
• Als u de instellingen voor de geluidsweergave wijzigt terwijl
er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen de nieuwe
instellingen pas van kracht worden wanneer de
hoofdtelefoon wordt losgekoppeld.
FOCUS
Deze functie verschuift de richting van waaruit het geluid lijkt
te komen (geluidsbeeld) naar boven voor een duidelijker
geprononceerde weergave.
1
Druk op HOME MENU.
2
Stel in op "Geluid" ( /
3
Stel in op "FOCUS" ( / ).
4
Kies de gewenste parameter ( / ).
Reset
FOCUS
Surround voor
en dan ENTER).
2
0
0
Uit
Uit
Hoofd
15
toets
Voor sterkere hoge tonen
Voor sterkere lage tonen
Vermindert het volume van
de linker luidspreker
om bij stap 3 "Reset" te
/ , selecteer "Ja" en
en dan ENTER).
Uit
Uit