nl
Bedienen
Instellen van de bedrijfspositie:
■ Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm draaien. De beweging met een
hand ondersteunen.
■ De draaiarm op de gewenste positie
zetten en laten vastklikken.
Bedrijfs
Aandrijving Hulp
stand
1
7
2
7
3
6
9
4
7
* Aanbrengen/verwijderen van de (roer)
garde en de kneedhaak.
Bedienen
W Gevaar voor letsel!
De stekker pas in het stopcontact steken
wanneer alle voorbereidingen voor het
werken met het apparaat zijn uitgevoerd.
62
Werksnelheid
stuk/
toebeho
ren
17
15
13
*
–
37
35
57
57
Attentie!
Het apparaat alleen met het toebehoren /
hulpstuk in de bedrijfsstand gebruiken.
Het apparaat niet zonder ingrediënten
gebruiken. Apparaat en toebehoren niet
blootstellen aan warmtebronnen. De onder
delen zijn niet geschikt voor gebruik in een
magnetron.
■ Het apparaat en het toebehoren grondig
reinigen voordat u deze voor het eerst
gebruikt, zie "Reiniging en onderhoud".
Voorbereiden
■ Het basisapparaat op een vlakke en
schone ondergrond zetten.
■ Het snoer afwikkelen (afb. C).
■ Stekker in wandcontactdoos
doen.
Kom en hulpstukken
Neem de toepassingsvoorbeelden in de
tabel in acht. K
W Verwondingsgevaar door roterende
hulpstukken!
Tijdens het gebruik nooit in de mengkom
grijpen. Altijd werken met aangebracht
deksel (12)!
Hulpstukken alleen vervangen bij stilstaande
aandrijving – na het uitschakelen loopt de
aandrijving nog even na en blijft dan staan
op de hulpstukwisselpositie. De draaiarm
pas bewegen wanneer het hulpstuk stilstaat.
Nietgebruikte aandrijvingen altijd afdekken
met aandrijvingsbeschermdeksels.
Attentie!
Kom alleen gebruiken voor werkzaamheden
met dit apparaat.
Roergarde (13)
voor het roeren van deeg, bijv.
taartdeeg, fruittaart enz. en voor het
mengen van ingrediënten, zoals
rozijnen en stukjes chocolade
Klopgarde (14)
voor het kloppen van eiwit en
slagroom (minstens 30 % vetge
halte) en voor het mengen van
biscuitdeeg