Descargar Imprimir esta página

Kärcher CNS 18-30 Battery Manual Del Usuario página 62

Ocultar thumbs Ver también para CNS 18-30 Battery:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 66
Afbeelding P
Intrekken
1
Terugslag
2
Als bij het zagen met de onderkant van de geleidingsrail
- bovenhands zagen - de kettingzaag klemt of een vast
voorwerp in het hout raakt, kan de kettingzaag schoks-
gewijs naar het zaagmateriaal worden getrokken.
 Om het intrekken te vermijden, de klauwstop altijd
veilig aanbrengen.
Als bij het zagen met de bovenkant van de geleidingsrail
- onderhands zagen - de zaagketting klemt of een vast
voorwerp in het hout raakt, dan kan de kettingzaag in de
richting van de gebruiker teruggeslagen worden.
 Om een terugslag te vermijden:
 De bovenkant van de geleidingsrail niet inklem-
men.
 De geleidingsrail tijdens het zagen niet verdraai-
en.
Terugslag
GEVAAR
Ongecontroleerde bewegingen van de kettingzaag
Levensgevaar door snijwonden
Vóór het zagen de snede plannen en gevaren herken-
nen.
De kettingzaag altijd stevig en met beide handen vast-
houden.
Bij een terugslag wordt de kettingzaag plots en oncon-
troleerbaar in de richting van de gebruiker geslingerd.
Een terugslag ontstaat als bijv. de zaagketting in het bo-
venste bereik van de zaagrailpunt per ongeluk een hin-
dernis raakt of ingeklemd wordt.
Afbeelding Q
 De kettingzaag altijd zo vasthouden dat aan de te-
rugslagkrachten weerstaan kan worden. De ketting-
zaag niet loslaten.
 Bij het zagen niet te ver naar voren buigen.
 De kettingzaag niet boven schouderhoogte houden.
 Altijd wachten tot de ketting zijn maximaal toerental
bereikt heeft en met volgas zagen.
 Niet met de zaagrailpunt zagen.
 De geleidingsrail alleen met uiterst voorzichtig in
een begonnen snede inbrengen.
 Op de positie van de stam letten en op krachten die
de snijspleet sluiten en de zaagketting kunnen in-
klemmen.
 Bij het verwijderen van takken nooit meerdere tak-
ken tegelijk zagen.
 Alleen met scherpe en juist gespannen ketting wer-
ken.
 Een ketting met gering terugslaggevaar en een ge-
leidingsrail met kleine railkop gebruiken.
Valrichting en terugtrektraject om terug te trekken
plannen
GEVAAR
Vallende boom
Levensgevaar
Het kappen van bomen mag alleen door hiervoor opge-
leide personen worden uitgevoerd.
Bij het plannen van de valrichting het volgende in acht
nemen:
 De afstand tot de volgende werkplek moet minstens
2,5 boomlengtes bedragen.
 Geen bomen vellen bij sterke wind.
De boom kan ongecontroleerd vallen.
62
 Valrichting aan de hand van boomgroei, omstandig-
heden op het terrein (helling) en weersomstandig-
heden vastleggen.
 De boom altijd in een onbegroeide plek laten vallen,
nooit op andere bomen.
Voor elke betrokken persoon moet een terugtrektraject
gepland worden. Hierbij geldt:
 Het terugtrektraject ca. 45° schuin tegen de velrich-
ting in plannen.
Afbeelding R
 Het terugtrektraject van hindernissen ontdoen.
 Geen gereedschap en apparaten op het terugtrek-
traject neerleggen.
 Bij het werken op een steile helling het terugtrektra-
ject parallel aan de helling plannen.
 Bij het gebruik maken van het terugtrektraject op
vallende takken letten en de kroonruimte in het oog
houden.
Het werkbereik aan de stam voorbereiden
1. Het werkbereik aan de stam van storende takken,
struiken en hindernissen ontdoen.
Stabiliteit gegarandeerd.
2. De stamvoet grondig vrijmaken, bijv. met een bijl.
Zand, stenen en andere vreemde voorwerpen ma-
ken de ketting stomp.
3. Grote wortels verwijderen.
a De wortels verticaal insnijden.
Afbeelding S
b De wortels horizontaal insnijden.
c Het losse wortelstuk uit het werkbereik verwijde-
ren.
GEVAAR
Vallende boom
Levensgevaar
Het kappen van bomen mag alleen door hiervoor opge-
leide personen worden uitgevoerd.
1. Controleren of niemand door de vallende boom ge-
vaar loopt. Geroep kan door het lawaai van de mo-
tor niet gehoord worden.
In het velbereik mogen zich alleen personen bevin-
den die bezig zijn met het vellen.
2. De velkerf in een rechte hoek op de velrichting
plaatsen.
a Zo dicht mogelijk bij de bodem een horizontale
snede (zoolsnede) over ca. 1/3 van de stamdia-
meter uitvoeren.
Afbeelding T
b Een schuine snede (daksnede) in een hoek van
ca. 45-60° uitvoeren.
3. De velsnede uitvoeren.
a De velsnede parallel aan de zoolsnede en min-
stens 50 mm hoger aanbrengen.
b De velsnede slechts zover uitvoeren dat een min-
stens 50 mm breuklijst blijft staan.
De breuklijst verhindert dat de boom verdraait en
in de verkeerde richting valt.
Als de velsnede de breuklijst nadert, dan moet de
boom beginnen te vallen.
4. Als het gevaar bestaat dat de boom niet in de ge-
wenste richting valt of terugzwaait en de zaagketting
inklemt, de velsnede niet verder uitvoeren. Wiggen
gebruiken om de snede te verbreden en de boom in
de gewenste richting te laten vallen.
5. Als de boom begint te vallen, de kettingzaag uit de
snede trekken.
Nederlands
Velsnede uitvoeren

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

1.444-00