ELEKTRISCHE BEDRADING
15.2.2 Harmonischen
Wat betreft EN 61000-3-2 is de situatie van de harmonischen
voor elk model als volgt:
Situatie van de modellen met
betrekking tot EN 61000-3-2
Apparatuur conform EN 61000-3-2
Installatiebeperkingen kunnen van
toepassing zijn op stroomleveranciers
met betrekking tot de harmonischen.
15.2.3 Positie van de elektrische aansluitingen
!
G E VA A R
•
Sluit de kabel met het aanbevolen aanhaalmoment aan op
de aansluitklemplaat. Als de klemmen niet goed worden
vastgedraaid, kan dit leiden tot oververhitting, elektrische schok
of brand in de klemplaat.
•
Zorg ervoor dat de elektrische bedrading veilig bevestigd is,
zodat er geen externe kracht wordt uitgeoefend op de klemmen
van de bedrading. Als ze niet goed worden bevestigd, kan dit
leiden tot oververhitting of brand.
De onderstaande afbeelding toont de aansluitingen op de
aansluitklemplaat van de binnenunit. Controleer de buitenunit
voor deze combinatie voordat u aan de bedradingswerken
begint. De schroeven op de aansluitklemplaat moeten worden
vastgedraaid tot het in de onderstaande tabel vermelde
aanhaalmoment.
M4
Aansluitklemplaat voor
voedingkabel TB1 (zwart)
-
R/L1
S/N
?
O P M E R K I N G
1* De vormen van de klemmenblokken variëren naar gelang van de
productiedatum, de elektrische kenmerken zijn echter niet gewijzigd.
!
L E T O P
•
Sluit de voedingskabel niet aan op de besturingskabel (klemmen A,
B, 1 en 2 of TB2). Als de voedingskabel toch op deze klemmen wordt
aangesloten, raakt de PCB beschadigd.
•
Houd tijdens het aansluiten van de bedrading op de aansluitklemplaat
rekening met de volgende punten.
(A) Breng isolatietape of een hoes aan op elke klem.
(B) Bewaar een afstand tussen de elektrische box en de klemmen,
om kortsluiting te voorkomen.
(C) Bewaar een afstand tussen de klemmen.
234
PMML0551 rev.4 - 07/2023 - A10762310A
Model
RPC-(1.5-3.0)FSR
RPC-(4.0-6.0)FSR
Aanhaalmoment voor klemmen
1,0 - 1,3 (Nm)
Aansluitklemplaat voor
voedingkabel TB2 (wit)
*1
Besturingslijn Communicatielijn
(B)
1 Sluit de kabel van een optionele afstandsbediening of een
optioneel verlengsnoer via het gat in de elektrische box aan
op de aansluitingen in de elektrische box.
2 Sluit de netvoeding en aardedraden aan op de klemmen in
de elektrische box.
3 Sluit de draden tussen de binnenunit en de buitenunit aan op
de terminals in de elektrische kast.
4 Sluit de kabels op de juiste klem aan.
5 Installeer de tussenbedrading tussen de binnenunits die zijn
aangesloten op dezelfde buitenunit.
6 Sluit de voedingskabel niet aan op de besturingskabel
(klemmen A, B, 1 en 2 of TB2). Als de voedingskabel
toch op deze klemmen wordt aangesloten, raakt de PCB
beschadigd.
7 Klem de draden goed met de snoerklem in de elektrische
kast vast.
8 Voer de bedradingswerken van de binnenunit uit
volgens het elektriciteitsschema en de Installatie- en
bedieningshandleiding van de buitenunit.
9 De afstandsbediening aansluiten
a. De afstandsbediening voor elke binnenunit installeren,
met individuele bediening
Binnenunit
Buitenunit
Afstandsbediening
b. Eén afstandsbediening installeren met individuele
bediening
Binnenunit
Buitenunit
Afstandsbediening
c. Simultane werking. De binnenunit is een H-LINK II-
model. (Alleen voor UTOPIA-reeks)
Binnenunit
Buitenunit
Afstands-
bediening
Zet DSW6-1 op OFF
(C)
Schroeven
Screw
(A)
Binnenunit
Afstandsbediening
De tussenbedrading
Binnenunit
voor de
afstandsbediening is
nodig.
Binnenunit
(*)