Parkside PBK 4 B3 Traducción Del Manual De Instrucción Original página 121

Reinig de trechter (33) na het
gebruik.
Zaagketting aanspannen
Span de zaagketting niet na
als hij heet is, want na afkoe-
ling krimpt hij weer wat. Bij
niet-naleving kan dit leiden tot
schade aan de geleidingsrail of de
motor, omdat de zaagketting dan
te strak rond het zwaard ligt.
Het regelmatig aanspannen van de zaag-
ketting dient voor de veiligheid van de ge-
bruiker en vermindert of verhindert slijtage
en kettingschade. We raden de gebruiker
aan voor het aanvatten van het werk en
met intervallen van ca. 10 minuten de
kettingspanning te controleren en indien
nodig te corrigeren.
Tijdens werken met de zaag wordt de
zaagketting warm en zet daardoor een
beetje uit. Met dit "langer worden" moet
in het bijzonder bij nieuwe zaagkettingen
rekening worden gehouden.
Kettingspanning en -smering beïnvloeden
aanzienlijk de levensduur van de zaagket-
ting.
De zaagketting is correct gespannen als
hij aan de onderkant van het zaagblad
niet doorhangt en met de gehandschoende
hand helemaal kan worden rondgetrokken.
Bij het trekken aan de zaagketting met 9 N
(ca. 1 kg) trekkracht mogen de zaagketting
en het zwaard niet meer dan 2 mm van
elkaar zijn verwijderd.
10 min
Gevaar voor verwondingen!
Span de zaagketting met uit-
geschakelde motor (na).
Zaagketting aanspannen
1. Los de moer (48) van de kettingwiel-
afdekking (49) met de montagesleutel
(26).
2. Span de zaagketting (44) voor, door
de schroef (46) voor het kettingspannen
met de schroevendraaier (27) rechtsom
te draaien.
Verminder de spanning van de zaagket-
ting door de schroef linksom te draaien.
3. Bevestig de kettingwielafdekking (49)
door de moer (48) met de montagesleu-
tel (26) aan te spannen.
Bij een nieuwe zaagketting moet u
de kettingspanning na maximaal 5
snijbewerkingen aanpassen.
Kettingsmering
Het zwaard en de zaagketting
mogen nooit zonder olie zijn. Als u
de hoogsnoeier met te weinig olie
gebruikt, dan neemt het zaagvermogen en
de levensduur van de zaagketting af,
omdat de zaagketting sneller stomp wordt.
Te weinig olie herkent u aan
rookontwikkeling of verkleuring van het
zwaard.
Zodra de motor loopt, vloeit er olie naar
het zwaard.
Schakel altijd eerst het appa-
raat uit en laat de motor af-
koelen voordat u kettingolie toe-
voegt. Bij overlopende olie bestaat
brandgevaar.
NL BE
121