6.2.
LAMP OP AANSCHROEFFLENS MONTEREN
Aanschroefflens alleen ter bevestiging op een voldoende stabiel, horizontaal montageoppervlak.
1. Aanschroefflens aan montageoppervlak bevestigen.
VOORZICHTIG! Risico van letsel door vallende of kantelende lamp. Bevestigingselementen correct monteren.
2. Onderste pen [1] in de opening van de aanschroefflens [3] steken.
»
Regelmatig op stevige passing controleren.
6.3.
LAMP OP TAFELVOET MONTEREN
Tafelvoet alleen ter bevestiging op een voldoende stabiel, horizontaal montageoppervlak.
1. Tafelvoet aan montageoppervlak bevestigen.
VOORZICHTIG! Risico van letsel door vallende of kantelende lamp. Bevestigingselementen correct monteren.
2. Onderste pen [1] in de opening van de tafelvoet [3] steken.
»
Regelmatig op stevige passing controleren.
7.
Ingebruikneming
7.1.
LAMP INSTELLEN
LET OP! Beschadiging van de lamp. Scharnieren niet tegen de bedoelde draairichting in bewegen. Schar-
nierslang niet omknikken en kleine radiussen vermijden.
1. Led-loeplamp door het instellen aan de hand van de scharnierslang in de gewenste positie brengen
2. Lichtkop via draaischarnier instellen.
7.2.
AANSLUITEN
LET OP
Verkeerde aansluitspanning
Beschadiging van de lamp.
»
Op het typeplaatje aangegeven nominale spanning en frequentie moeten overeenkomen met de netspanning.
7.2.1.
Lamp op netspanning aansluiten
LET OP! De aangebouwde netadapter kan ook in de VS worden gebruikt. Hiervoor moet het stekkerdeel met
de ronde steekpennen worden vervangen door het in de US-versie meegeleverde stekkerdeel met de platte
steekpennen.
1. netadapter met stroomnet verbinden.
8.
Bediening
LET OP! De lamp beschikt over een bescherming tegen oververhitting. Als de lamp wegens oververhittings-
gevaar wordt uitgeschakeld, dan moet de lamp eerst afkoelen voordat deze weer in gebruik kan worden ge-
nomen.
8.1.
IN- EN UITSCHAKELEN LED-LOEPLAMP
i
Inschakelwaarde is de laatste dimwaarde.
1. Aan-/Uit-sensortoets kort aanraken, om lamp in te schakelen.
2. Aan-/Uit-sensortoets kort aanraken, om lamp uit te schakelen.
8.2.
DIMMEN
1. Aan-/Uit-sensortoets bedienen en ingedrukt houden.
»
Lichtsterkte van de lamp verandert na ongeveer één seconde.
2. Om van dimrichting te wisselen, het aanraken van de Aan-/Uit-sensortoets kort onderbreken.
www.hoffmann-group.com
de
bg
da
en
fi
fr
it
hr
lt
nl
no
pl
pt
ro
sv
sk
sl
es
cs
hu
61