Zaagblad aankoppelen
►
Beveilig
de
oscillerende
drukknopbeveiliging 3 tegen onbedoeld inschake-
len.
►
Duw het zaagblad 3 met de aansluitzijde tot de
aanslag in de gleuf van de zaagbladkoppeling. Let
erop dat de arrêteerbout in de uitsparing van het
zaagblad klikt en de zijdelingse aanslagen van het
zaagblad in de koppeling zitten, zie Afb. 8.
1
Afb. 8
►
Druk evt. op de drukknop voor zaagbladontgrende-
ling/-fixatie 6.
Zaagblad loskoppelen
►
Beveilig
de
oscillerende
drukknopbeveiliging 3 tegen onbedoeld inschake-
len.
►
Druk de drukknop voor zaagbladontgrendeling/-
fixatie 6 helemaal in.
►
Trek het zaagblad 1 uit de zaagbladkoppeling, zie
Afb. 9.
1
Afb. 9
zaag 4
met
de
zaag 4
met
de
Zaagkop richten
De zaagkop 2 kan in acht verschillende standen, tel-
kens in stappen van 45°, worden gedraaid.
►
Beveilig
de
oscillerende
drukknopbeveiliging 3 tegen onbedoeld inschake-
len.
►
Trek de zaagkop 2 wat naar buiten, naar het zaag-
blad toe, en draai hem in de gewenste stand (in
stappen van 45°).
De zaagkop 2 klikt in elke stand voelbaar vast.
Beveiliging tegen onbedoeld inschakelen
Om te voorkomen dat de oscillerende zaag 4 tijdens de
werktuigwissel/het richten van de zaagkop 2 onbe-
doeld wordt geactiveerd, kan de regeldrukknop voor de
oscillatiefrequentie 5 worden vergrendeld.
►
Regeldrukknop voor de oscillatiefrequentie 5 ver-
grendelen: Draai de drukknopbeveiliging 3 in de
stand OFF, zie Afb. 10.
De regeldrukknop voor de oscillatiefrequentie 5 is
geblokkeerd en de oscillerende zaag 4 kan niet
worden geactiveerd.
►
Regeldrukknop voor de oscillatiefrequentie 5 ont-
grendelen: Draai de drukknopbeveiliging 3 in
stand ON, zie Afb. 10.
De regeldrukknop voor de oscillatiefrequentie 5 is
ontgrendeld en de oscillerende zaag 4 kan worden
geactiveerd.
2
6
Afb. 10
zaag 4
met
3
5
4
nl
de
131