RICHTLIJNEN VOOR HET AANBRENGEN
VAN DE OORMICROFOON
Stap 1: Oortelefoon in het oor
plaatsen.
Stap 3: Het snoer achter het oor
leggen. Dit helpt de
oortelefoon op zijn plaats
te houden.
Stap 2: Oortelefoon goed in het
oorkanaal duwen. Zorg
dat de oortelefoon
comfortabel en goed in
uw oor zit.
Stap 4: Oortelefoon met de
portofoon testen. De
helderheid van het geluid
kan van gebruiker tot
gebruiker verschillen,
afhankelijk van de
passing van de
oortelefoon.
Opmerking: Als de portofoon in
digitale modus werkt, kan de
beengeleiding een lagere
(gedempte) geluidskwaliteit
hebben, afhankelijk van de
gebruiker.
7
Oorkanaal