Controleren van de bougies
–
Gebruik uitsluitend de bijgeleverde dopsleutel voor het verwijderen of
installeren van de bougies.
–
De afstand tussen de twee elektroden van de bougie dient 0,6 tot 0,7 mm
te bedragen. Indien de afstand te groot of te klein is, dient u deze af te
stellen. Indien de bougie vol koolstof zit of vuil is, dient u deze grondig te
reinigen of te vernieuwen.
LET OP:
Raak de bougie-aansluitklem nooit aan terwijl de
motor draait (gevaar voor een elektrische schok met
hoogspanning).
Reinigen van de knalpotuitlaatpoort
–
Controleer regelmatig de knalpot-uitlaatpoort (1).
–
Indien deze met koolaanslag aangekorst is, de aanslag voorzichtig eruit
krabben met behulp van een geschikt gereedschap.
Onderhoudswerkzaamheden of afstellingen die in deze gebruiksaanwijzing niet zijn vermeld of beschreven, dienen uitsluitend door een Erkende
Service Agent te worden uitgevoerd.
0,6 – 0,7 mm
70