Verschuiving
De optische as van de lens kan parallel aan de
optische as van de lens worden verplaatst ter-
wijl de optische as recht wordt gehouden, zo-
dat het opnamebereik naar boven, beneden,
links of rechts kan worden verplaatst.
Procedure
Procedure
1
Draai de verschuivingsschijfvergrendeling in de
richting van de pijl om deze los te maken.
2
Draai aan de verschuivingsschijf om de verschui-
vingshoeveelheid aan te passen.
Q Scherpe delen kunnen worden blootgesteld. Raak geen scherpe
delen aan als deze blootliggen.
Q Controleer bij het draaien aan de verschuivingsschijf van tevoren
de omgeving van het verschuivingsmechanisme om er zeker van
te zijn dat uw vingers niet bekneld raken tussen het verschui-
vingsmechanisme en de cameragreep of andere onderdelen.
Q Grote verschuivingswaarden kunnen leiden tot variaties in
verlichting aan de randen van het frame.
R Compatibele camera's tonen de verschuivingshoeveelheid in de monitor. De verschuivingshoeveelheid
wordt ook opgenomen in de EXIF-gegevens die zijn ingesloten in foto's terwijl ze worden gemaakt.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de camera voor meer informatie.
3
Draai aan de scherpstelring om scherp te stellen op het onderwerp.
Q Deze lens kan niet worden scherpgesteld met behulp van autofocus.
4
Draai de verschuivingsschijfvergrendeling in de
richting van de pijl om deze vast te zetten.
NL-10
NEDERLANDS