• De ORANJE verwarmingsindicator gaat uit zodra de ingestel-
de temperatuur is bereikt.
Tegelijkertijd stopt de verwarming met werken.
• Til het bovenpaneel op met behulp van de handgreep voordat
u het voedsel eruit haalt.
• Wanneer de temperatuur daalt, gaat de temperatuurrege-
laarschakelaar AAN en gaat de ORANJE verwarmingsindica-
tor weer branden. De verwarmingsbuis zal weer in werking
treden.
• Als de temperatuurregelaar op de maximale stand wordt ge-
zet, wordt het apparaat continu verwarmd met de maximale
temperatuur.
• De salamander met dubbele temperatuurregelaar werkt op
dezelfde manier.
• De groene AAN/UIT-indicator gaat uit nadat het product is
uitgeschakeld.
Opmerking
• WAARSCHUWING! Raak alleen de voorste hendel op het bo-
venpaneel of de temperatuurregelaar aan. Andere onderde-
len kunnen tijdens het gebruik erg heet worden.
• AANDACHT! Zorgervoor dat het voedsel niet over de rand van
de grillplaat morst.
Tips voor het gebruik
• Gegrild voedsel kan verbranden als de grilltijd te lang is of
als de temperatuur te hoog is of als het bovenpaneel te dicht
bij de deur staat.
• De grilltijd en -temperatuur zijn afhankelijk van het soort
voedsel en de dikte. Vind de optimale tijd per proef.
• Zorg er altijd voor dat het gegrilde voedsel volledig gekookt is.
• Til het bovenpaneel altijd op om gegrild voedsel te verwijde-
ren en gebruik een geschikt gereedschap (niet meegeleverd)
om het gevaar van brandwonden te voorkomen.
Reiniging en onderhoud
• AANDACHT! Koppel het apparaat altijd los van de voeding en
koel het af voordat u het opbergt, reinigt en onderhoudt.
• Gebruik geen waterstraal of stoomreiniger voor het reinigen
en duw het apparaat niet onder water, omdat de onderdelen
nat worden en er een elektrische schok kan ontstaan.
• Als het apparaat niet in een goede staat van reiniging wordt
gehouden, kan dit een negatieve invloed hebben op de levens-
duur 0van het apparaat en leiden tot een gevaarlijke situatie.
• Voedselresten moeten regelmatig worden gereinigd en uit het
apparaat worden verwijderd. Als het apparaat niet goed wordt
gereinigd, verkort dit de levensduur en kan dit leiden tot een ge-
vaarlijke situatie tijdens het gebruik.
Reiniging
• Reinig het gekoelde buitenoppervlak met een doek of spons
die licht bevochtigd is met een milde zeepoplossing.
• Om redenen van hygiëne moet het apparaat voor en na ge-
bruik worden gereinigd.
• Vermijd contact van water met de elektrische componenten.
• Reinig de binnenkant van de container met een niet-schurend
reinigingsmiddel en spoel af met schoon water.
• Dompel het apparaat nooit onder in water of andere vloeistoffen.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen, schuursponzen
of reinigingsmiddelen die chloor bevatten. Gebruik voor het
reinigen geen staalwol, metalen keukengerei of scherpe of
puntige voorwerpen. Gebruik geen benzine of oplosmiddelen!
• Geen enkel onderdeel is vaatwasmachinebestendig.
Onderhoud
• Controleer regelmatig de werking van het apparaat om ern-
stige ongevallen te voorkomen.
• Als u ziet dat het apparaat niet goed werkt of dat er een pro-
bleem is, stop dan met het gebruik, schakel het uit en neem
contact op met de leverancier.
• Alle onderhouds-, installatie- en reparatiewerkzaamheden
moeten worden uitgevoerd door gespecialiseerde en bevoeg-
de technici, of worden aanbevolen door de fabrikant.
Transport en opslag
• Zorg er vóór opslag altijd voor dat het apparaat is losgekop-
peld van de stroomtoevoer en volledig is afgekoeld.
• Bewaar het apparaat op een koele, schone en droge plaats.
• P laats nooit zware voorwerpen op het apparaat, omdat dit het
kan beschadigen.
• Verplaats het apparaat niet terwijl het in bedrijf is. Koppel het
apparaat tijdens het verplaatsen los van de voeding en houd
het aan de onderkant vast.
• Er moet speciale aandacht worden besteed aan het verplaat-
sen of vervoeren van de machine vanwege het zware gewicht.
Met ten minste 2 personen of met behulp van een karretje.
Beweeg de machine langzaam, voorzichtig en neig nooit
meer dan 45°.
Problemen oplossen
Als het apparaat niet goed werkt, controleer dan de onder-
staande tabel voor de oplossing. Als u het probleem nog steeds
niet kunt oplossen, neem dan contact op met de leverancier/
dienstverlener.
Problemen
Mogelijke oorzaak
Het apparaat
- Apparaat niet
werkt helemaal
aangesloten.
niet en alle
- Stroomon-
lampjes zijn uit.
derbreker
geactiveerd.
- Interne
stroomstoring.
Het apparaat
- Temperatuurre-
warmt niet
gelaar defect.
op, het groene
- Temperatuur-
lampje is aan
regelaar in de
en het oranje
'uit'-stand.
lampje is uit.
Het apparaat
- Verwarmings-
wordt niet
element defect.
verwarmd, het
groene lampje
en het oranje
lampje branden
NL
Mogelijke oplossing
- Sluit het apparaat
aan op een wer-
kende stroom-
voorziening.
- Controleer
de stroomon-
derbreker van
de voeding.
- Neem contact
op met de
leverancier.
- Neem contact
op met de
leverancier.
- Draai de knop van
de temperatuur-
regelaar om deze
in te schakelen.
- Neem contact
op met de
leverancier.
13