VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
• De installateur moet zich aan alle in deze handleiding genoemde veiligheidsinstructies en -maatregelen houden, maar ook aan
de wet- en regelgeving van bevoegde instanties en andere lokale vereisten. Het niet naleven van de relevante veiligheids- en
montagespecificaties in deze handleiding of de wet- en regelgeving van bevoegde instanties en andere lokale vereisten, zal de
beperkte garantie van de aangeschafte zonnepaneelmodules tenietdoen.
• Anker's zonnepaneelmodules hebben de testen van een aantal van 's werelds toonaangevende certificeringsinstituten
doorstaan. U kunt erop vertrouwen dat ze geschikt zijn voor gebruik als ze aan de eisen en voorwaarden van deze handleiding
voldoen.
• Neem voor het installeren van het zonne-energie producerende systeem contact op met de relevante lokale overheid om te
bepalen of een installatievergunning vereist is en wat de inspectievereisten zijn.
• Houd bij het ontwerpen van een zonne-energiesysteem rekening met spanningsveranderingen als gevolg van
temperatuurverschillen (als de temperatuur daalt, stijgt de variabele uitgangsspanning).
• Zolang er zonlicht is, kunnen fotovoltaïsche modules normaal elektriciteit opwekken. Schaduwwerking heeft een aanzienlijke
invloed op de energieproductie van de module. De modules moeten niet worden bedekt of in de schaduw worden geplaatst
(zoals van gebouwen, schoorstenen en bomen) of deels in de schaduw staan (zoals bovenleidingen, vuil of sneeuw).
• Bewaar de fotovoltaïsche modules voor de installatie in hun originele verpakking. De modules moeten tijdens transport en opslag
tegen schade worden beschermd. Open de verpakking niet voordat de modules op de installatielocatie zijn aangekomen. Pak de
modules volgens de instructies uit en transporteer, open en bewaar ze voorzichtig. Zet de verpakte modules niet te hard neer.
• Zorg voor de juiste transport- en installatiemethoden. Anders kunnen de modules beschadigd raken.
• Fotovoltaïsche modules mogen niet hoger worden opgestapeld dan het maximale aantal lagen dat op de doos staat. Plaats de
doos voor het uitpakken in een geventileerde, droge en weerdichte plek.
• Sta, klim, loop en spring niet op een ongeopende verpakking of module.
• Zware en scherpe voorwerpen mogen niet op de voor- of achterkant van de module worden gezet. Dit voorkomt schade aan de
module en zorgt voor veiligheid.
• We raden aan om demontagegereedschap en ondersteuningen te gebruiken om te voorkomen dat de modules tijdens het
uitpakken kantelen of vallen. Modules moeten niet op onstabiele of niet-vaste omgevingen worden geplaatst.
• Trek niet aan draden of aansluitdozen; ze kunnen hierdoor vallen. Als modules worden verplaatst, moeten ze door twee of
meer mensen met antisliphandschoenen worden vastgehouden. Modules mogen niet voor transport worden gestapeld of
ondersteboven worden geplaatst.
• Als u modules tijdelijk moet opslaan, moet u dat in een droge en geventileerde omgeving doen.
• Zorg vóór de installatie dat alle modules schoon en droog zijn wanneer ze in contact met elektrische apparaten komen.
• Monteer de modules niet als het regent, sneeuwt of waait.
• Monteer en gebruik geen modules onder kunstmatige condensatorverlichting.
• De draagconstructies van fotovoltaïsche modules moeten zijn gemaakt van duurzame, roestvaste en uv-bestendige materialen.
Zorg dat de constructies zijn getest, gecertificeerd en goedgekeurd.
• Als modules op pilaren moeten worden geïnstalleerd, moeten de pilaar en ondersteunende constructies wind- en
sneeuwbestendig zijn. Zorg dat de wind- en sneeuwbelasting op de modules niet groter is dan de maximale belasting die het
ontwerp aankan.
• Gebruik bij het installeren geen fotovoltaïsche modules met gebroken glas of beschadigde achterplaten. Deze modules kunnen
niet worden gerepareerd. Het aanraken van het aluminiumframe of -oppervlak leidt tot een elektrische schok. U mag de
module niet proberen te demonteren en u mag het typeplaatje of andere onderdelen van de module niet beschadigen.
• Zorg dat het glazen oppervlak van de fotovoltaïsche modules tijdens de installatie niet wordt bekrast of beschadigd en dat er
niet op wordt gestaan en er geen zware voorwerpen op worden gelegd.
• Het glas van de module mag niet worden geverfd of gelijmd.
• Bij het monteren van fotovoltaïsche modules kunnen ondoorzichtige materialen worden gebruikt om elektrische schokken en
brandwonden te voorkomen.
• Draag tijdens de installatie of het onderhoud van het fotovoltaïsche systeem geen metalen ringen, horloges, oorbellen,
neusringen of andere metalen voorwerpen. Dit voorkomt schade aan de modules en elektrische schokken.
• Als het circuit overbelast raakt, moet u geen elektrische aansluitingen of stekkers losmaken.
• Zorg dat kabels en stekkers niet worden bekrast of doorgesneden, zodat de isolatie van de modules niet wordt aangetast.
• Gebruik goed geïsoleerd gereedschap dat voldoet aan de relevante normen voor elektrische installaties. Houd uw kinderen
tijdens het transporteren en installeren van de modules uit de buurt van de installatielocatie.
• Volg alle lokale veiligheidsregels (bijv. veiligheidsregels en regelgeving voor het gebruik van energiecentrales) op, waaronder
voor de installatie van draden en kabels, stekkers, omvormers, laadregelaars, accu's en oplaadbare batterijen.
• Volgens de National Electrical Code mag de maximale systeemspanning niet hoger zijn dan 1000 V of 1500 V. Om de exacte
spanning te bepalen,
37 NL
• kijkt u op het typeplaatje van de module die u gebruikt.
• De stroom en spanning die de fotovoltaïsche modules produceren, kunnen onder bepaalde omstandigheden hoger zijn dan
onder standaard testomstandigheden. In dat geval kunt u door een professionele elektricien draden en een omvormer laten
installeren die voor de werkelijke spanning en stroom geschikt zijn. De bedrading voor het zonnepaneel en de op het systeem
aangesloten apparatuur (zoals de omvormer) moeten 1,25 keer de spanning open circuit (Voc) en de kortsluitstroom (Isc)
aankunnen. Deze apparatuur moet het uitgangsvermogen van het zonnepaneel kunnen regelen.
• Ankers moduleontwerp voldoet aan de internationale standaarden IEC61215 en IEC61730 en het toepassingsniveau is
geclassificeerd als A. Het voldoet aan IEC61730-1 en IEC61730-2 en heeft een veiligheidsbeoordeling van klasse II, waardoor ze
geschikt zijn voor systemen die meer dan 50 V of 240 W vereisen.
• Voldoet aan Electrical Code - Part One - Electrical Equipment Safety Standard CSA C22.1-12-2012.
• Alle modules en blootliggende geleidende onderdelen moeten worden geaard; anders worden ze beschouwd als in strijd met UL
1703 onder de National Electrical Code of the United States en de installatiehandleiding.
• Raadpleeg de bevoegde lokale autoriteiten voor installatiemethoden en brandveiligheidsrichtlijnen.
• Om de brandklasse van het systeem te evalueren, moeten het dak en de montagebeugels worden bedekt met brandwerend
materiaal en worden geventileerd, terwijl ze aan de lokale voorschriften voor elektrische veiligheid moeten blijven voldoen.
• De brandveiligheidsprestaties van het gebouw zijn afhankelijk van de dakconstructie en de installatiemethode. Een
onjuiste installatie kan brand veroorzaken. Om de brandveiligheid te garanderen, moeten de moduleframes 115 mm
van dakoppervlakken zijn verwijderd. De voorschriften voor elektrische veiligheid vereisen het gebruik van geschikte
moduleaccessoires, zoals zekeringen, stroomonderbrekers en geaarde stekkers.
• In de installatiehandleiding van de fotovoltaïsche module worden veiligheidsvoorzorgen beschreven. Zorg vóór het installeren
van de modules dat de dakconstructie stabiel en veilig is. Alle op het dak gemonteerde modules moeten worden afgedicht om
lekkages te voorkomen en aan de brandveiligheidsnormen te voldoen. Op het oppervlak opgehoopt stof zal de prestaties van de
module negatief beïnvloeden. De modules moeten onder een hoek groter dan 10° worden gemonteerd, zodat stof door regen
wordt weggespoeld. Bij een kleinere hoek moeten de modules vaker worden schoongemaakt.
• Gebruik het bedieningspaneel van apparatuur niet in de buurt van brandbare gassen.
Etiket
Het etiket bevindt zich aan de zijkant van de micro-omvormer. Op het etiket staan technische gegevens en het type- en
serienummer van het apparaat. De veiligheidsinstructies worden hieronder uitgelegd:
Gevaar!
"Gevaar" geeft een probleem aan dat letsel kan veroorzaken als het wordt genegeerd.
Let op!
"Let op" verwijst naar omstandigheden waarin onachtzaamheid materiële schade kan veroorzaken.
Gebruiksinstructies!
"Gebruiksinstructies" geeft aan dat de installatie- en gebruiksinstructies voor installatie of reparatie
moeten worden gelezen en begrepen.
Pas op, heet oppervlak!
"Pas op, heet oppervlak" waarschuwt dat oppervlakken heet kunnen zijn en een risico op brandwonden
kunnen vormen.
Speciale verwijderingsinstructies!
"Gescheiden verwijderen" geeft aan dat het product niet met het normale afval mag worden
weggegooid.Onjuiste verwijdering kan schadelijk zijn voor het milieu.
CE-markering
Het product voldoet aan de essentiële vereisten van relevante EU-richtlijnen.
Het TÜV NORD-keurmerk geeft aan dat de conformiteit van het product door de internationaal erkende
organisatie TÜV NORD is gecontroleerd. Het vergemakkelijkt de toegang van ondernemingen tot
internationale markten door hun concurrentievermogen en herkenbaarheid te vergroten.
Dubbel geïsoleerde elektrische apparaten hebben naast de basisisolatie ook een extra stevige isolatie.
NL 38