4
Werking van de machine
4.1
Inbedrijfstelling
Vóór de inbedrijfstelling moet het apparaat (invriessysteem ROFROST Turbo R290) een
normale temperatuur hebben, d.w.z. kamertemperatuur hebben aangenomen (+16° C tot max.
32° C).
De verwarmingskringloop, waarvan de buisleidingen door een ijsprop moet worden
onderbroken, uitschakelen. Verwarming en pomp tijdig uitschakelen, om de waterdoorvoer
te stoppen.
Het invriessysteem dusdanig plaatsen, dat de ventilatormotor van het apparaat niet de in te
vriezen pijpen aanblaast, omdat deze tegen warme lucht moeten worden beschermd.
De ingebouwde ventilator zuigt de lucht die nodig is voor de condensatie van het koelmiddel en
voor de koeling van de compressor aan de lengtezijde van het apparaat aan en drukt deze aan
de bovenkant weer naar buiten.
Koeltangen ophangen (omhoog houden) en het systeem ca. 5 min. inschakelen, zodat de
eventueel in de koeltangen "ingezakte" olie in de kringloop wordt teruggeleid. Inschakelen
door drukken op de kanteltoets.
Let op: Tijdens het invriezen steeds houd de
ventilatierooster vrij, omdat voor een optimale
luchtcirculatie moet worden gezorgd!
De ROFROST Turbo R290 is een "contactinvriesapparaat", zodat de werking van het apparaat
slechts is gewaarborgd, als een goed warmtegeleidend contact tussen de koeltangen en de in te
vriezen pijpen bestaat. Verf en verontreinigingen in het aanzetgebied van de tangen verlengt de
invriestijden; in het ideale geval is de in te vriezen pijp onbekleed.
Koeltangen alleen aan de rechte pijpstukken aanzetten. Erg vervormde of onronde pijpen
zijn niet geschikt voor het invriezen.
4.2
Gebruik en wisselen van het gereedschap
De koeltangen zijn bestemd voor pijpen met een buitendiameter van:
ROFROST Turbo R290 1.1/4":
ROFROST Turbo R290 2":
Teneinde ook pijpen met een kleine diameter te kunnen invriezen, zijn speciale verloopbussen
nodig (zie Afb. A of B).
De contactvlakken tussen koeltangen, verloopbussen en pijpen flink met
warmtegeleidingspasta bestrijken, om isolatiebruggen te vermijden (zie Afb. C-1).
Let op: Zonder gebruik van de warmtegeleidingspasta is
geen optimale werking mogelijk! Belangrijke aanwijzing:
Tijdens het invriezen moeten de koeltangen en pijpen vrij
worden gehouden van tocht!
Verloopbussen en koeltangen zorgzaam behandelen, na gebruik reinigen met een droge
doek en ter bescherming tegen beschadiging opbergen in de daarvoor bestemde
inzetstukken.
4.3
Bediening
De ROFROST Turbo R290 is een compact koelsysteem voor aansluiting met stekker. Het werkt
met een hermetisch afgesloten compressiekoelinstallatie. Het continue gebruik onder toezicht
gedurende uren of dagen is zonder problemen in het voorgeschreven
omgevingstemperatuurbereik en een spanning / frequentie in overeenstemming met de
technische gegevens mogelijk.
Het eenvoudige klemsysteem van de koeltangen zorgt voor een veilige bevestiging aan de pijp.
56
42 mm / 1¼"
54 mm / 2".
NEDERLANDS