B
Gebruik van het toestel
Koken in de oven – praktische tips
Gebak
• Voor de bereiding van uw gebak/taarten raden we u aan de vetvanger die bij het toestel
geleverd wordt te gebruiken of de bakplaat op de grill te zetten
• Het is ook mogelijk bakvormen of vetvangers te gebruiken die u in de winkel kunt kopen.
Het volstaat deze op de grill te plaatsen. We raden u aan zwarte vetvangers te gebruiken
voor uw gebak, aangezien deze de warmte beter geleiden en de bereidingstijd verminderen,
• Wanneer u de heteluchtoven gebruikt, hoeft u de oven niet voor te verwarmen.
In het tegenovergestelde geval is het nodig om hem voor te verwarmen alvorens het gebak
erin te plaatsen;
• Controleer vóór u het gebak/de taart uit de oven haalt, de garing met een houten prikker
(steek de prikker in de taart, als hij er droog en schoon uitkomt, is het deeg klaar),
• We raden aan het gebak/de taart nog ongeveer 5 minuten in de oven te laten staan nadat
u deze uitschakelde, aangezien de bereidingstemperatuur met hete lucht ongeveer 20 tot
30 graden lager is dan bij een conventionele oven (gebruik van de weerstand onderaan en
bovenaan),
• De aanduidingen op de bereidingstabel hieronder zijn indicatief en elke gebruiker kan deze
wijzigen volgens zijn/haar ervaringen en culinaire voorkeuren,
• Wanneer de informatie die in recepten gegeven wordt, erg verschilt van de waarden die in
deze handleiding staan, gelieve dan de handleiding te volgen.
Bakken en braden van vlees
• De oven is geschikt voor het bereiden van porties vlees waarvan het gewicht groter is dan
1 kg. We raden aan kleinere stukken te bereiden op de kookplaat,
• We raden aan hittebestendige recipiënten te gebruiken. De handvatten dienen eveneens
bestand te zijn tegen de hoge temperaturen,
• Bij het gebruik van een grillsteun of een spit raden we aan een vetvanger met een klein
beetje water erin op het onderste niveau te plaatsen,
• Normaal gezien dient het vlees minstens één keer gedraaid te worden halverwege de
bereiding. Het gebraad dient eveneens met saus of warm gezouten water overgoten te
worden. Besprenkel het gebraad niet met koud water.
82
NL