7
BEDIENINGSELEMENTEN
Procedure
Herhaal de stappen
van een andere binnenunit wilt wijzigen.
Druk, wanneer u alle gewenste instellingen heeft gewijzigd , op
UNIT
om het binnenunitnummer voor de wijziging te selecteren,
selecteer daarna achtereenvolgens itemcodes [12], [13] en [14] met
behulp van de temperatuurinstelknoppen
of de wijzigingen correct zijn.
6
Controle van de adreswijziging Voor de wijziging:
[3-3-1] → Na de wijziging: [2-2-2]
Druk op CL om de op dat moment ingestelde waarde te wissen.
(In dit geval moet de procedure vanaf stap
Druk, nadat u de gewijzigde instellingen heeft gecontroleerd, op
Wanneer u
(Wanneer u
gedurende ongeveer 1 minuut genegeerd.)
7
* Als het systeem na ongeveer 1 minuut nadat u op
nog geen opdrachten van de afstandsbediening accepteert, is er
bij het wijzigen van de instelling (en) iets fout gegaan.
In dit geval moet het adres eerst opnieuw auomatisch worden toegekend.
Herhaal daarom de stappen voor het wijzigen van het adres vanaf stap
De locatie van een binnenunit traceren
wanneer het binnenunitnummer niet bekend is
Controleer de positie terwijl het apparaat uitgeschakeld is.
(Vergeet niet het apparaat uit te schakelen.)
Procedure
Druk de toetsen
knipperen en ziet eruit zoals is weergegeven in onderstaande afbeelding. U kunt nu de locatie van de
binnenunit traceren omdat de ventilator en de jaloezie ervan ingeschakeld worden.
• Bij groepsbediening wordt voor het binnenunitnummer de melding
ALL
[
] weergegeven en de ventilatoren en jaloezieën van alle
binnenunits in de groep worden ingeschakeld.
1
Controleer of de weergegeven itemcode [01] is.
• Druk, wanneer de itemcode anders is dan [01], op
display te wissen en herhaal de procedure vanaf de eerste stap.
(Nadat u op
afstandsbediening gedurende ongeveer 1 minuut genegeerd.)
Telkens wanneer u, bij groepsbediening, op
weergegeven. U kunt nu de locatie van de betreffende binnenunit traceren omdat de ventilator en de jaloezie
2
alleen van dit apparaat ingeschakeld worden.
(Bij groepsbediening is het eerst weergegeven nummer het nummer van de headerunit.)
Druk, nadat u de wijzigingen heeft gecontroleerd, op
Wanneer u
3
toestand hersteld.
(Wanneer u
gedurende ongeveer 1 minuut genegeerd.)
2
5
tot en met
wanneer u ook de instelling
TEST
indrukt dooft de melding en wordt de oorspronkelijke toestand hersteld.
TEST
indrukt worden opdrachten van de afstandsbediening
TEST
VENT
+
gedurende minimaal 4 seconden in. Na een poosje begint het display te
TEST
heeft gedrukt, worden opdrachten van de
TEST
indrukt dooft de melding en wordt de oorspronkelijke
TEST
indrukt worden opdrachten van de afstandsbediening
Omschrijving
/
en controleer
2
worden herhaald.)
TEST
. (Instelling wordt doorgevoerd.)
TEST
gedrukt heeft
3
Omschrijving
TEST
om het
UNIT
drukt, wordt het volgende binnenunitnummer in de groep
TEST
om de instelmodus te verlaten.
159
Het weergegeven binnenunitnummer is
het nummer voordat het werd gewijzigd.
SET
DATA
SETTING
TEST
UNIT No.
R.C.
No.
SET
DATA
SETTING
TEST
UNIT No.
R.C.
No.
SET
DATA
SETTING
TEST
UNIT No.
R.C.
No.
1
.
CODE No.
SET
DATA
SETTING
TEST
UNIT No.
R.C.
No.
TEMP.
ON / OFF
TIMER SET
FAN
TIME
SWING/FIX
FILTER
RESET TEST
SET CL
UNIT
∗
SET
DATA
SETTING
TEST
UNIT No.
R.C.
No.
(* De uitvoering van het display kan
per type binnenunit verschillen.)
CODE No.
CODE No.
CODE No.
MODE
1
VENT
2
CODE No.