Publicidad
Foutbericht
Sensor ontbreekt.
Kalibratie is te laat.
Glasimpedantie is te laag.
7.6 Waarschuwingslijst
Een waarschuwing heeft geen effect op de werking van menu's, relais en uitgangen. Het scherm
wordt oranje. De diagnosebalk toont de waarschuwing. Druk op de diagnosebalk om de fouten en
waarschuwingen weer te geven. U kunt ook op het pictogram van het hoofdmenu drukken en
vervolgens Meldingen > Waarschuwingen selecteren.
A list of possible warnings is shown in
Waarschuwing
pH is te hoog.
Impedantie van actieve
elektrode is te laag.
pH is te laag.
ORP-waarde is te hoog.
Offsetwaarde is te hoog.
Offsetwaarde is te laag.
Steilheid is te hoog.
Steilheid is te laag.
Temperatuur is te hoog.
Temperatuur is te laag.
Temperatuur is buiten bereik.
Impedantie van referentie-
elektrode is te laag.
Nulwaarde is te laag.
Vervang een sensor.
166 Nederlands
Tabel 5 Foutenlijst (vervolg)
Beschrijving
De sensor ontbreekt of is
losgekoppeld.
De temperatuursensor ontbreekt.
De glazen lamp is gebroken of
heeft het einde van zijn
levensduur bereikt.
Tabel
6.
Tabel 6 Waarschuwingslijst
Beschrijving
De gemeten pH is > 13.
De gemeten ORP-waarde is >
2100 mV.
De gemeten pH is < 1.
De gemeten ORP-waarde is
< –2100 mV.
De offset is > 8 (pH) of 200 mV
(ORP).
De offset is < 6 (pH) of –200 mV
(ORP).
De steilheid is > 60 (pH)/1,3 (ORP).
De steilheid is > 54 (pH)/0,7 (ORP).
De gemeten temperatuur is >
100 °C.
De gemeten temperatuur is < 0 °C.
De gemeten temperatuur is > 100 °C
of < 0 °C.
De Kal herinneringstijd is verstreken. Kalibreer de sensor.
De sensor is niet gekalibreerd.
De teller Sensor dagen is hoger dan
het interval dat is geselecteerd voor
sensorvervanging. Zie
Configureer
de sensor
op pagina 152.
Resolutie
Controleer de bedrading en aansluitingen
voor de sensor en voor de module (of
digitale gateway).
Controleer de bedrading voor de
temperatuursensor. Zorg ervoor dat het
juiste temperatuurelement is geselecteerd.
Vervang de sensor. Neem contact op met de
technische ondersteuning.
Resolutie
Kalibreer of vervang de sensor.
Kalibreer of vervang de sensor.
Volg de onderhoudsprocedures voor de
sensor en herhaal daarna de kalibratie.
Herhaal de kalibratie met een verse buffer
of monster.
Reinig de sensor en herhaal de kalibratie.
Zorg ervoor dat het juiste
temperatuurelement wordt gebruikt.
Kalibreer de sensor.
Vervang de sensor (of zoutbrug). Reset
de teller Sensor dagen in het menu
Diagnose/test > Resetten (of het menu
Diagnose/test > Teller.
Publicidad
