90
Probleem
Het apparaat stopt opeens.
Het apparaat heeft een lagere
zuigkracht dan gebruikelijk.
Er komt stof uit het apparaat.
Het apparaat beweegt niet soepel over
de vloer tijdens het reinigen van tapijt.
De borstel draait niet meer.
Mogelijke oorzaak
Het oplaadstation hangt niet aan een
stevige muur.
Wanneer een apparaat een interne storing
heeft, reageren de knoppen niet en blijft
het scherm leeg.
(code: E2, E3) Het apparaat werkt niet bij
een juiste temperatuur.
(code: E4) Het filter is niet in het apparaat
geplaatst.
(code: i4, i5) De rolborstel zit vast of er
zitten voorwerpen vast in het luchtkanaal.
(code: E9) Het gemotoriseerde mondstuk is
oververhit.
Het filter en de cycloon zijn vuil.
De stofbak is niet goed aan het apparaat
bevestigd.
De luchtkanalen van het stofzuig-en-
dweilmondstuk zijn verstopt.
Het filter is vuil.
Het filter bevindt zich niet in het apparaat.
De cycloon wordt door iets geblokkeerd.
De stofbak is niet goed aan het apparaat
bevestigd.
Het apparaat is gedraaid of omgeklapt
terwijl het uitstond.
De functie voor het herkennen van het
type vloer is niet ingeschakeld.
De geselecteerde zuigkracht was te hoog.
De borstel is verstopt met haar of vuil.
(code: i4) De borstel kan stoppen met
draaien wanneer deze te veel weerstand
ondervindt op een hoogpolig tapijt.
De borstelrol is na reiniging niet goed in
het mondstuk geplaatst.
(code: E9) Het gemotoriseerde mondstuk is
oververhit.
Oplossing
Controleer of de muur waaraan het oplaadstation
bevestigd gaat worden, stevig genoeg is.
Sluit het apparaat aan op het oplaadstation (Fig. 6) of
bevestig de kruimelzuiger rechtstreeks aan de adapter.
Controleer het display. Als er een foutcode wordt
weergegeven, kunt u de betekenis in de
gebruiksaanwijzing vinden.
Gebruik het apparaat bij een temperatuur van 5-40 °C.
Zet het apparaat volgens de gebruiksaanwijzing op de
juiste wijze in elkaar.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld. Reinig het
mondstuk volgens de gebruiksaanwijzing en verwijder de
buis van het apparaat om de buis te controleren. Verwijder
het voorwerp uit het mondstuk of de buis en start het
apparaat opnieuw.
Schakel het apparaat uit en wacht 15 minuten. Raak het
bovenste deel van het mondstuk aan om te voelen of dit
nog warm is. Als het mondstuk nog warm is, laat het dan
langer afkoelen. Wacht totdat het mondstuk is afgekoeld
voordat u het apparaat weer inschakelt.
Leeg de stofemmer. Maak het filter (Fig. 7) en de cycloon
schoon (Fig. 8). Was het filter ten minste één keer per
maand als u het apparaat regelmatig gebruikt. Verwijder
haar en vuil dat vastzit in de cycloon.
Bevestig de stofbak op de juiste manier.
Open de klepjes van de luchtkanalen aan beide zijden van
de buis van het stofzuig-en-dweilmondstuk. Reinig de
kanalen (Fig. 11).
Sluit de klepjes weer en draai het mondstuk
ondersteboven. Reinig de luchtkanalen van onderaf (Fig.
12).
Maak het filter schoon (Fig. 7). Zie ook de
gebruiksaanwijzing.
Controleer of het filter (Fig. 7) in het apparaat zit en dat het
goed is geplaatst.
Controleer of er voorwerpen vastzitten in de cycloon (Fig.
8) en verwijder eventuele voorwerpen die de cycloon
blokkeren. Verwijder ook haar en vuil dat vastzit in de
cycloon.
Leeg de stofbak en bevestig de stofbak op de juiste manier
aan het apparaat.
Houd het apparaat rechtop wanneer het uitstaat.
Schakel de functie voor het herkennen van het type vloer in
het digitale menu in.
Verminder de zuigkracht. Zie ook de gebruiksaanwijzing.
Maak de borstel met de hand of met een schaar schoon.
Schakel het apparaat uit en weer in.
Volg de instructies in het hoofdstuk Reinigen van de
gebruiksaanwijzing en schuif de borstelrol op de juiste
manier in het mondstuk. Zet de rolborstel goed vast in het
mondstuk door de vergrendeling vast te klikken.
Schakel het apparaat uit en wacht 15 minuten. Raak het
bovenste deel van het mondstuk aan om te voelen of dit
nog warm is. Als het mondstuk nog warm is, laat het dan
langer afkoelen. Wacht totdat het mondstuk is afgekoeld
voordat u het apparaat weer inschakelt.