@Elementkeuzetoets (CARTRIDGE)
Druk deze toets in de stand die overeen-
komt
met het element van de draaitafel
(MC (moving coil) (2)
of MM
(moving
magnet) ( 0 )).
@® Volumeregelaar (VOLUME)
Deze regelaar wordt gebruikt om het niveau
van het uitgangssignaal naar de luidspreker-
systemen
en hoofdtelefoon
in te stellen.
@® Adapter/deck 3 toets
(ADAPTER/TAPE3)
Druk deze toets in de ON stand (De in-
dikator bven de toets licht op) indien de
ADAPTER/TAPE
3 aansluitingen op het
achterpaneel worden
gebruikt. Indien een
cassetterecorder
op deze aansluitingen
is
aangesloten, kan alleen de met de INPUT
SELECTOR
ingestelde
bron worden
op-
genomen
en heeft deze bron de prioriteit
indien de weergavefunktie is ingeschakeld.
(Indien de SOURCE DIRECT toets echter
op ON is gedrukt, wordt een van de overige
bronnen weergegeven.) Druk de ADAPTER/
TAPES toets in de OFF stand (01) indien
deze aansluitingen niet worden gebruikt (de
indikator boven de toets dooft).
Achterpaneel
@ Aardaansluiting (GND)
Sluit de aarddraad van de draaitafel aan
op deze aansluiting.
© Draaitafelingangsaansluitingen
(PHONO)
@ Tuneringangsaansluitingen
(TUNER)
Sluit de uitgangsaansluitingen van een tuner
(T-X4030, etc.) op deze aansluitingen aan.
@ Ingangsaansluitingen (AUX)
Sluit
de
uitgangsaansluitingen
van
een
videorecorder op deze aansluitingen aan.
® CD ingangsaansluitingen
Deze
aansluitingen worden
gebruikt voor
aansluiting van een extra bronkomponent
met
een
signaal van hoog niveau
Zoals
een
kompakt
diskspeler,
enz.
Sluit
de
uitgangsaansluiting van het komponent aan
op deze aansluitingen.
@ TAPE 1/DAT PLAY/REC
aansluitingen
Deze
aansluitingen
worden
gebruik
voor
aansluiting
van
een
cassettedeck
(of
digitaal
audio
tapedeck).
Sluit
de
uit-
gangsaansluitingen
(LINE
OUT)
van het
cassettedeck aan op de PLAY aansluitingen
de sluit de ingangsaansluitingen (LINE IN)
aan op de REC aansluitingen.
@TAPE 2 PLAY/REC aansluitingen
Deze
aansluitingen worden
gebruikt voor
aansluiting van een tweede cassettedeck.
Sluit de uitgangsaansluitingen (LINE OUT)
van
het cassettedeck
aan
op de PLAY
aansluitingen
en
sluit
de
ingangsaan-
sluitingen (LINE
IN) van het deck aan
op de REC aansluitingen.
@® Adapter/deck 3 ingangs/weergave-
uitgangs/opname aansluitingen
(ADAPTOR/TAPE 3 IN/PLAY
OUT/REC)
Sluit een cassettedeck (of effekttoestel, etc.)
op
deze
aansluitingen
aan
op
dezelfde
manier zoals met de TAPE1/2 aansluitingen.
® Luidsprekersaansluitingen
(SPEAKERS)
Op deze aansluitingen kunnen twee paar
luidsprekers worden aangesloten. Sluit het
hoofdpaar
aan
op
de system
A
aan-
sluitingen en het tweede paar op de systeem
B aansluitingen.
System A en/of B kunnen met de SPEAK-
ERS
keuzetoetsen
aan
het
voorpaneel
worden ingesteld.
Sluit
de
luidsprekersnoeren
aan
op
de
SPEAKERS A/B aansluitingen zoals aange-
geven in de afbeelding.
ePlaats
het ontblootte
uiteinde
van het
snoer in de opening van de aansluiting en
draai de knop naar rechts zodat het snoer
vast zit. Kontroleer of het snoer inderdaad
goed vast zit door zachtjes aan het snoer
te trekken.
LET OP:
met een impedantie van 4 Ohm of meer.
Bij gebruik
van
twee
paar luidsprekers,
dient u zich ervan te overtuigen dat het
luidsprekers
met
een
impedantie
van
minstens 8 Ohm betreft.
@® Spanningskiezer (alleen bij
algemene exportmodellen
Zie "Spanningsomzetting"
op pagina 18.
® Netsnoer
Steek de stekker hiervan in een stopkontakt.
Het voltage waarop dit toestel werkt is in
gedrukte letters aangegeven aan het achter-
paneel.
a9)
Bediening
Vereenvoudigde bedieningsprocedure
1. Zet de VOLUME regelaar in de "0"
stand.
2. Zet de LOUDNESS toets op OFF en
de BALANCE regelaar op ''0"'.
3. Zet de SOURCE DIRECT toets op ON.
4. Zet de REC SELECTOR
schakelaar
in de "OFF" stand.
5. Druk op de POWER schakelaar om de
spanning in te schakelen.
7. Stel
het te gebruiken
luidspreker-
systeem
in
met
de
SPEAKERS
keuzetoetsen.
8. Geef het bronkomponent weer en voer
het
volume
langzaam
op
tot
het
gewenste niveau d.m.v. de VOLUME
regelaar.
9. Zet de SOURCE
DIRECT toets op
OFF
(de indikator
boven
de toets
dooft) en stel met de BASS en TRE-
BLE regelaars de toon als gewenst in.
e Druk op de LOUDNESS toets bij het
luisteren
met
een
laag volume.
Het
weergaveeffekt
wordt
hierdoor
ver-
sterkt.
Opmerking:
Zie de gebruiksaanwijzing
van
de kom-
Ponenten
voor
bediening
van
de op de
A-X5030 aangesloten komponenten.
Luisteren naar radio uitzendingen
1. Schakel
de spanning
van
de
op
de
A-X5030 aangesloten tuner in.
2. Druk op de POWER schakelaar van de
A-X5030 om de spanning in te schakelen,
3. Zet de INPUT SELECTOR schakelaar op
TUNER, (Zie de gebruiksaanwijzing van
de aangesloten tuner.)
4. Stel het volume en de klankkleur m.b.v.
de
VOLUME,
BASS
en
TREBLE
regelaars naar wens bij.
Luisteren naar grammofoonplaten
en kompakt disks
1. Schakel
de spanning
van
de op
de
A-X5030 aangesloten draaitafel of kom-
pakt diskspeler in.
2. Druk op de POWER schakelaar van de
A-X5030 om de spanning in te schakelen.
3. Druk de INPUT SELECTOR schakelaar
op PHONO
of CD. (Indien PHONO
is
ingeschakeld,
dient tevens
de CART-
RIDGE
keuzetoets
in de juister stand
te worden gedrukt.)