•
Duw het maaidekliftpedaal en het
dekontgrendelingspedaal naar voren om de
maaideklift te ontgrendelen.
•
Duw het maaidekliftpedaal naar voren totdat het
maaidek vastgrijpt in de transportstand.
•
Duw het maaidek-ontrendelingspedaal naar voren
om het maaidek in de maaipositie neer te laten.
Maaihoogte afstellen
1. Zet het maaidek in de transportstand. Zie
maaidek in de transportstand of maaistand zetten op
pagina 183 .
2. Druk op de knop bovenop de pen en trek de pen
eruit.
3. Plaats de pen in het gat voor de juiste maaihoogte.
Let op:
Als u op 5,1 cm/2 inch of lager
maait, moet u controleren of het nodig is om de
maaidekliftveren af te stellen. Zie
afstellen op pagina 184 .
4. Trek het ontgrendelingspedaal naar voren om de
transportklink te ontgrendelen en het maaidek in
maaipositie neer te laten.
De maaidektilveren afstellen
Controleer of het nodig is om de maaidektilveren af te
stellen als u 5,1 cm/2 inch of lager maait.
1. Kantel de stoel naar voren.
184
Het
De maaidektilveren
2. Draai de moer los om de veerspanning af te stellen.
De motor starten
1. Ga op de stoel zitten.
2. Druk de PTO-knop in om de aandrijving op het
maaidek uit te schakelen.
3. Zet het maaidek in de transportstand. Zie
maaidek in de transportstand of maaistand zetten op
pagina 183 .
4. Schakel de parkeerrem in. Zie
uitschakelen op pagina 183 .
5. Zet de gashendel (A) in de stand voor halfgas.
A
B
6. Draai de brandstoftankklep om 1 van de 2
brandstoftanks te selecteren.
7. Stel de maaihoogte af. Zie
pagina 184 .
8. Druk de contactsleutel in en draai de sleutel naar de
startpositie (B).
9. Laat, zodra de motor start, de contactsleutel meteen
los naar de werkstand.
Let op:
Houd de contactsleutel niet langer dan
5 seconden achter elkaar in de startpositie. Als de
Het
De parkeerrem in- en
Maaihoogte afstellen op
2173 - 002 - 22.08.2023