2. Plaats de batterijen (2 x UM-3 / AA), zodat de
polariteit (+ / - ) klopt. Druk altijd op RESET nadat u
de batterijen vervangen heeft.
3. Verwijder de tape.
BASISSTATION OPSTELLEN
NB Plaats de batterijen eerst in de buitensensor en
daarna in het basisstation, lettend op de polariteit (+
en -).
1. Open het klepje van het batterijvak.
2. Plaats batterijen volgens de polariteit (+ / -).
3. Druk altijd op RESET wanneer u de batterijen
vervangen heeft.
4. Sluit het batterijvak.
NB Gebruik geen oplaadbare batterijen. U wordt
aangeraden alkalinebatterijen in dit product te gebruiken
voor langere prestaties.
NB Stel batterijen niet bloot aan overmatige hitte zoals
zon of vuur.
Het batterij-indicatoricoon
schermvakken verschijnen:
VAK
Weersverw-
achtingsvak
Temperatuur- of
Vochtigheidsscherm
Schermvak
Windsnelheid /
Windrichting /
Gevoelstemperatuur
Schermvak UVI /
Barometer
P/N:300102839-00007-10 REV1.0
kan in de volgende
BETEKENIS
Batterij in het basisstation
raakt leeg.
Het weergegeven kanaal
geeft aan van welke sensor
de batterij leeg raakt
Batterij in de windsensor
raakt leeg
Batterij in de UV-/
regensensor raakt leeg
Page:79/100
CONNECTIE CONTROLEREN
Voordat u buiten de sensoren instelt, controleert u of ze
kunnen communiceren met het basisstation.
WINDSENSOR
Druk op SELECT totdat het geselecteerde pictogram
bij de windsnelheid (speed) wordt weergegeven.
•
Windsnelheid: Draai de windvaan voorzichtig en
controleer of er iets verschijnt op het scherm van het
basisstation, bijv.
•
Windrichtingindicator. Beweeg de windindicator en
kijk of het pictogram in dezelfde richting meebeweegt
.
BUITENTEMPERATUUR- EN -
VOCHTIGHEIDSSENSOR
1. Druk op SELECT totdat het geselecteerde pictogram
bij de temperatuur wordt weergegeven.
2. Druk op
/
controleer of er gegevens worden gemeten.
5
.
om kanaal 1 te selecteren
en