Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
8 Vanaf een lengte van 76 cm tot 105 cm kan het stoeltje
met de rijrichting mee worden gebruikt. De positie-
indicator is groen.
BELANGRIJK: gebruik het stoeltje niet in deze richting
voordat het kind 15 maanden oud is.
9 Om het kind makkelijker in het stoeltje te kunnen zetten,
drukt u op de knop en draait u het stoeltje 90°; de
indicator bij de knop wordt rood.
BELANGRIJK: gebruik het stoeltje niet in deze positie
wanneer de auto rijdt.
10 Om de helling van het stoeltje te regelen, drukt u op de
handgreep onder het autostoeltje. De zitting kan in 5
standen worden versteld in beide rijrichtingen.
11 Om de groei van het kind te volgen, moet de hoogte van
de hoofdsteun worden afgesteld op de lengte van het
kind. De hoofdsteun kan in meerdere posities worden
afgesteld. Om de hoofdsteun vanaf een lagere positie
hoger te stellen: de hendel bovenaan in het midden van
de hoofdsteun (1) omhoog trekken en de hoofdsteun (2)
tegelijkertijd omhoog brengen.
Om de hoofdsteun vanaf een hogere positie lager
te stellen: de hendel bovenaan in het midden van
de hoofdsteun omhoog trekken en de hoofdsteun
tegelijkertijd omlaag duwen tot in de gewenste positie.
Hierna de hoofdsteun licht bewegen om te controleren
of deze goed is bevestigd
Het kind vastmaken
12 Het autostoeltje heeft een 5-puntsgordel om het kind
te beschermen. Voordat u het kind in het stoeltje zet: de
middelste vrijgaveknop (1) indrukken en aan de riempjes
trekken om de gordels losser te maken (2). Niet aan de
schouderbanden trekken.
13 Haak de gespen vast in de elastieken aan de zijkant (1)
en trek het riempje tussen de benen naar de voorkant
van het stoeltje (2) om ruimte te maken voor het kind.
Controleer of de zitruimte vrij is.
14 Zet het kind in het stoeltje en breng de veiligheidsgordels
aan om de schouders en in de taille (1). Voor kinderen
die tegen de rijrichting in worden geplaatst, is de juiste
hoogte van de riempjes wanneer het riempje ter hoogte
van de schouder of hoger zit (groen gebied) (2).
15 Voor kinderen die met de rijrichting mee worden
geplaatst, is de juiste hoogte van de riempjes wanneer
het riempje ter hoogte van de schouder of lager zit
(groen gebied).
16 Bevestig de veiligheidsgordels door de twee gespen (1)
op elkaar te leggen en de gesp van het riempje tussen de
benen (2) vast te maken tot aan de klik.
17 Haal de gordels aan door het regelbandje in het midden
naar u toe te trekken, waarbij u erop let dat de gordels
goed op het lichaam van het kind aansluiten.
OPGELET: trek de veiligheidsgordels van het kind niet te
strak aan, laat een beetje speling over.
18 Wanneer de handeling is voltooid, moet u de correcte
spanning van de gordels op elk punt controleren (1-2-
3-4-5). Controleer of de schouderbanden goed op het
lichaam aansluiten.
19 Om de spanning van de riempjes losser te maken, steekt
u een vinger in de opening van de zitting (1) en houdt u
de metalen knop ingedrukt terwijl u met uw andere hand
aan de riempjes trekt (2). Niet aan de schouderbanden
trekken.
20 Belangrijk! In de winter mag u het kind niet op het
autostoeltje vastmaken als het volumineuze kleren
draagt of met een deken tussen het lichaam en de
veiligheidsgordels. Dat kan een verkeerde plaatsing
van de veiligheidsriempjes veroorzaken, wat ernstige
gevolgen kan hebben bij een botsing.
Om het kind beter te beschermen tegen de
weersinvloeden, legt u een deken over het stoeltje heen
vanaf de buitenkant.
21 Dit stoeltje is uitgerust met een Dual Stage Cushion, een
systeem bestaande uit 2 onafhankelijke kussens, die ook
geschikt zijn voor zeer kleine kinderen.
1: verkleinkussen hoofdsteun;
2: verkleinkussen voor de zitting
46
22
23
24
25
26
27
Publicidad
