Er kunnen plotselinge veranderingen van beweging of
positie ontstaan tijdens het gebruik van het
gereedschap.
• Anticipeer en wees alert op bewegingsveranderingen
tijdens starten en gebruik.
• Houd het gereedschap goed vast.
• Anticipeer op reactiekrachten. Pas uw houding aan en
houd het gereedschap stevig vast.
• Kijk naar de stand van het omkeermechanisme voordat
u het gereedschap gebruikt en wees u bewust van de
draairichting als u de bedieningsknop indrukt.
Plotselinge veranderingen van beweging en positie
kunnen letsel veroorzaken.
Gevaar van verstrikking.
• Houd lichaamsdelen uit de buurt van ronddraaiende
delen.
• Draag haarbescherming om lang haar weg te stoppen.
• Houd het handvat droog, schoon en vrij van olie en vet.
• Vergrendel en zet de bedieningsknop niet met tape,
draad enz. vast in de AAN-stand.
• Verwijder de accu voordat u accessoires verwisselt.
Verstrikking kan letsel veroorzaken.
Het gebruik van beschadigde of onjuiste boortjes of
accessoires kan rondvliegende deeltjes veroorzaken.
• Gebruik geen gebroken, gebarsten of beschadigde
boortjes of booraccessoires.
• Gebruik boortjes en accessoires met ten minste het
(productspecifieke) toerental voor het gereedschap.
• Zet de boortjes en accessoires stevig in de spankop
vast voordat u de boor gebruikt.
Rondvliegende deeltjes kunnen letsel veroorzaken.
Vermijd aanraking van de scherpe randen van de
boortjes en accessoires.
• Houd lichaamsdelen uit de buurt van de scherpe
randen van het boortje.
• Wees voorzichtig bij het hanteren van de scherpe
randen van het boortje.
• Haal het boortje uit het gereedschap voordat u het
reinigt of slijpt.
Aanraking van de scherpe rand van het boortje of
accessoire kan letsel veroorzaken.
Boortjes en accessoires kunnen vast komen te zitten
of worden geblokkeerd bij het boren in bepaalde
materialen.
• Controleer vóór het plaatsen van de accu of de
bedieningsknop in de UIT-stand is.
• Wees voorbereid op een sterke torsiekracht telkens als
het boortje vast komt te zitten, omdat de boor de
neiging heeft naar de tegenovergestelde kant te
draaien als het boortje ronddraait.
Verlies van controle kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
ZCDRR2005CE Rev D
Veiligheidsinstructies voor
de accu
Explosie- of brandgevaar.
• Bewaar het gereedschap en de accu niet op plaatsen
waar de temperatuur 49 °C (120 °F) kan worden of
overschrijden.
• CTC772A laders laden de accu niet op als de
temperatuur lager is dan 0 °C (32 °F) of hoger dan 45 °C
(113 °F).
• Verbrand de accu niet, zelfs als deze ernstig
beschadigd of helemaal ontladen is. De accu kan in
het vuur exploderen.
• Plak stevig plakband op de accupolen nadat u de accu
hebt verwijderd.
• Probeer niet om de accu te vernietigen of te
demonteren of onderdelen ervan te verwijderen.
• Laad de accu niet met een motorgenerator or
gelijkstroomvoeding.
• Laad de accu altijd in een goed geventileerde ruimte.
Explosie of vlammen kunnen letsel veroorzaken.
Risico op een elektrische schok.
• Demonteer de accu niet.
• Sluit de accu niet kort.
• Laad de accu alleen met Snap-on laders voor de
aangegeven accu's.
• Koppel de accu los als u deze niet gebruikt, vóór
onderhoud en/of reparatie en bij het verwisselen van
accessoires.
• Laad de accu niet met een motorgenerator or
gelijkstroomvoeding.
Een elektrische schok of brand kan letsel veroorzaken.
Risico op brandwonden.
• De accu kan lekken bij extreem gebruik of extreme
temperaturen.
• Bij misbruik kan er vloeistof uit de accu spuiten; vermijd
contact hiermee. Indien er per ongeluk toch contact
plaatsvindt, moet onmiddellijk met water worden
gespoeld. Als de vloeistof in de ogen komt, moet ook
een arts worden geraadpleegd. Vloeistof die uit de accu
spuit, kan irritatie of brandwonden veroorzaken.
• Zorg dat de schakelaar op UIT staat voordat u de accu
bevestigt. U vraagt om ongelukken als u de accu in
elektrisch gereedschap met ingedrukte schakelaar
steekt.
• Als de accu niet wordt gebruikt, mag deze niet in een
kledingzak worden gestoken.
Een lekkende accu of vonken kunnen brand of
brandwonden veroorzaken.
14
(07/21)