• Bergafwaarts rijden verhoogt de snelheid en
kan ongelukken veroorzaken. De stopafstand
zal hierbij ook langer zijn! Het is daarom niet
toegestaan dit product op heuvels en hellingen
te gebruiken, zowel heuvel op- als afwaarts, er
is een risico dat het product kan kantelen.
• Plaats geen onnodige voorwerpen op of aan
het stuur. Zorg dat het stuur altijd goed blijft
functioneren.
2.2.3 Remmen
• Rem altijd door gebruik te maken van de
achterrem.
• Om te remmen trap je simpelweg met je
hiel op het pedaal aan het einde van het dek.
Het pedaal moet het achterwiel raken om te
remmen.
• De rem wordt heet bij continu gebruik. Niet
aanraken na het remmen.
• De rem is niet ontworpen om bergafwaarts te
remmen bij hoge snelheden.
2.3 Regels voor gebruik
• Rijd niet achteruit met hoge snelheid. Dit kan
leiden tot verlies van controle.
• Botsingen of andere stunts zorgen voor een
hogere kans op letsel aan de bestuurder en het
product en zijn niet toegestaan.
• Voorkom contact met de bewegende delen
tijdens het rijden.
• Stap niet op of af als het product in beweging
is.
• Niet geschikt voor kinderen meteen gewicht
van meer dan 50kg wegens te weinig sterkte.
• Rijd niet 's nachts.
2.4 Accessoires
• Gebruik alleen accessoires die zijn goedgekeurd
door BERG en die specifiek zijn ontworpen voor
dit product.
• Voor correct gebruik en installatie van een
accessoire verwijzen wij naar de bijbehorende
handleiding.
• Alle accessoires dienen te worden gemonteerd
door een volwassene en te worden gebruikt
onder toezicht van een volwassene.
3. Onderhoud
Onderhoud is noodzakelijk om het BERG product
te gebruiken en er plezier van te hebben voor een
lange tijd. Dit hoofdstuk beschrijft hoe, hoe vaak
en welk onderhoud gedaan moet worden.
3.1 Onderhoudsschema
Zie pagina 10, sectie D voor verklarende
afbeelding.
Dagelijks
Wielen (1)
• Controleer op beschadigingen en slijtage.
• Maak de lagers schoon indien nodig.
Rem (5)
• Controleer of de rem nog correct werkt.
Maandelijks
Stuur (4)
• Controleer of deze nog goed vast zit aan het
deck.
• Controleer of alle drie de hoogte posities nog
veilig vergrendeld kunnen worden.
Stuurmechaniek (2)
• Zorg dat vuil wordt verwijderd. Met name in het
hieronder aangegeven gemarkeerde gebied.
• Controleer alle bouten en moeren.
• Maak de lagers schoon indien nodig.
Halfjaarlijks
Stuur (4)
• Maak de plastic delen schoon en controleer op
schade.
• Controleer alle bouten en zorg ervoor dat ze
nog goed vast zitten.
Deck (3)
• Controleer de plastic onderdelen op schade en
maak ze schoon.
• Controleer of alle schroeven nog goed vast
zitten.
16