Gebruik Van De Drukspuit; Sproeien - Solo 456 Manual Del Usario

Pulverizador a presión
Ocultar thumbs Ver también para 456:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 42
3 Sproeimiddel aanmaken, sproeimiddelreservoir vullen / 4 Gebruik van de drukspuit
Een directe verbinding tussen de vulslang en de
inhoud van het reservoir moet worden vermeden.
Aan de zijkant van het sproeimiddelreservoir (1)
zijn markeringen voor het vulvolume aangebracht.
Sproeimiddel mag niet voorbij de bovenste marke-
ring (max. capaciteit) in het reservoir worden
gegoten.
Max. capaciteit: Model 456: 5,0 liter
Model 457: 7,0 liter
Voorkom dat het sproeimiddelreservoir overloopt,
dat openbare waterlopen, regen- en riolerings-
kanalen verontreinigd raken.
Veeg gemorst sproeimiddel onmiddellijk weg.
Na het vullen pomp inzetten en met de wijzers van
de klok mee weer vastschroeven zodat er geen
sproeimittel kan uitlopen.
Bij het vastdraaien de pompgreep (3) met de
wijzers van de klok mee vastklikken.
OPGELET:
Giet nooit verschillende sproeimiddelen in
het sproeimiddelreservoir. Als u van sproeimiddel
verandert, dient u het sproeimiddelreservoir en alle
onderdelen die met het sproeimiddel in aanraking
zijn gekomen, grondig te reinigen en met veel
zuiver water te spoelen.
Om te reinigen bevelen wij de SOLO-sproei-
apparaatreiniger (doseerfles van 500 ml,
bestelnr.: 49 00 600).
Nooit agressieve, zuur- en oplosmiddelhoudende
reinigingsmiddelen (b.v. benzine) gebruiken.
NEDERLANDS 8
Identificatie van de
reservoirinhoud:
Breng de sticker voor de
reservoirinhoud
herbicide, fungicide of
insecticide aan op het
reservoir.
De omschrijving van het
gebruikte sproeimiddel
moet aan het apparaat
worden aangebracht en
moet bij elke wissel van
sproeimiddel worden
geactualiseerd.

4 Gebruik van de drukspuit

Hou tijdens het gebruik van de drukspuit
rekening met de veiligheidsvoorschriften.
Controleer overeenkomstig paragraaf 5.8 voor elk
gebruik of het volledige apparaat in bedrijfsveilige
toestand verkeert.

4.1 Sproeien

x
Bij het sproeien van sproeimiddel moet met
behulp van geschikte maatregelen en werkwij-
zen worden verzekerd dat het ongewild vrijko-
men van sproeimiddel op andere oppervlakken
tot een minimum wordt beperkt en het afdrijven
in de omgeving wordt verhinderd.
x
Tijdens het sproeien dient u uiterst voorzichtig te
zijn.
x
Gebruik het apparaat niet bij wind of regen, om
te vermijden dat het sproeimiddel over een groot
oppervlak verdeeld raakt.
x
Voor u begint te werken, dient u de windrichting
te controleren en sproeirichting t.o.v. de bedie-
ner weg van de wind te kiezen.
x
Sproei bij voorkeur 's morgens of 's avonds,
omdat het dan eerder windstil is.
x
Zorg ervoor dat enkel zaken die echt moeten
worden gesproeid, bevochtigd worden.
x
Spuit niet in de richting van personen, dieren,
geopende deuren en vensters, auto's of alles
wat door chemicaliën beschadigd kan raken.
x
Gebruik de voor de toepassing passende
sproeidop.
Bruikbare sproeidoppen: Zie hoofdstuk 10
x
Tijdens het sproeien dient u te letten op een
gelijkmatige verdeling en homogene bedekking
van het sproeimiddel op de te behandelen
oppervlakken.
Pompen en sproeien:
Om te pompen zet u de greep (3) los door deze al
draaiend weer los te klikken. Pomp net zolang
totdat de bedrijfsdruk in het reservoir is bereikt.
Overdruk ontwijkt zelfstandig door het veiligheids-
ventiel (4)
Hou de sproeilans aan het handventiel in de hand.
Bedien het handventiel (5) om te spuiten (a).

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

457456 pro

Tabla de contenido