5.7 Stilleggen en opbergen
Bereid het apparaat overeenkomstig paragraaf 5.6 voor om het op te bergen.
Bewaar het apparaat op een droge, vorstvrije en veilige plaats bij een omgevingstemperatuur van max.
35 °C en beschermd tegen directe zonnestralen.
Er mogen geen open vuren of dergelijke in de omgeving voorkomen.
Onbevoegd gebruik – met name door kinderen – moet worden vermeden.
5.8 Onderhoudsschema
Volledige drukspuit
Slangen en hun
schroefkoppelingen
Sproeimiddelreservoir
Sproeidoppen en
filterinzetstuk
Dekseldichting
Afdichting von de
pompplunjer
Bij onregelmatigheden, duidelijke schade, lekken of als de goede werking beperkt is, mag u niet beginnen
werken, maar maakt u het apparaat onmiddellijk via de veiligheidsventiel (4) drukvrij (Fig. 3) en dient u het
apparaat te laten controleren in een werkplaats. De drukspuit moet altijd verticaal staan, voordat er aan
het veiligheidsventiel wordt getrokken. Attentie: Niet in de buurt van het gezicht houden!
Wend u bij vragen tot uw dealer.
Controleer op bedrijfsveilige toestand:
x Visuele controle van het apparaat
x Controleer alle onderdelen van het apparaat op
dichtheid (bij maximaal toegelaten druk bij een
geopend en een gesloten handventiel)
x Controleer alle functies op goede werking
(veiligheidsventiel, handventiel, pompgreep,
manometer (afhankelijk van het model))
Visuele controle
Visuele controle
Reinigen (paragraaf 5.6)
Reinigen (paragraaf 5.6)
Testwerking ter controle van de sproeidop en het
filteropzetstuk door het bepalen van de afgiftehoe-
veelheid van (paragraaf 5.2)
X*: Een maandelijkse testwerking is enkel bij
frequent gebruik nodig.
Insmeren (paragraaf 5.4)
Insmeren (paragraaf 5.5)
5 Onderhoud, reinigen en opbergen
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
NEDERLANDS 11
X*
X
X