CoolAir
• De dakhelling van het montagevlak mag in rijrichting niet meer bedragen
dan:
– RTX1000: 8°
– RTX2000: 20°
– SPX1200T: 17°
• De meegeleverde montageonderdelen mogen bij de montage niet eigen-
machtig worden gewijzigd.
• De ventilatieopeningen mogen niet worden afgedekt (minimumafstand tot
andere aanbouwdelen: 100 mm).
• Neem bij de installatie van het systeem en bij de elektrische aansluiting de
richtlijnen van de voertuigfabrikant in acht.
I
INSTRUCTIE
Nadat u het systeem hebt gemonteerd, moeten de vastgelegde parameters
van de systeemsoftware worden gecontroleerd (hoofdstuk „De systeemsoft-
ware configureren" op pagina 99).
6.2
Dakraam demonteren
Ga als volgt te werk (afb. 6):
➤ Verwijder alle schroeven en bevestigingen voor het bestaande dakraam.
➤ Verwijder het dakraam.
➤ Verwijder het afdichtingsmateriaal rond de uitsparing, zodat het oppervlak
schoon en vetvrij is.
I
INSTRUCTIE
Voer al het afvalmateriaal, inclusief lijm, silicone en afdichtingen gescheiden af.
Neem hierbij de plaatselijke afvoervoorschriften in acht.
6.3
Systeembevestiging voorbereiden
➤ Vergroot de 8 fabrieksboringen tot een diameter van 8,5 mm (afb. 7).
6.4
Het systeem voorbereiden (alleen RTX1000/2000)
A
LET OP! Gevaar voor schade
Zorg er bij het voorbereiden van het systeem op het werkoppervlak voor dat
het niet eraf valt.
Let op een vlakke en schone ondergrond, zodat de installatie niet wordt
beschadigd.
NL
Montage
95