COP
Nominaal vermogen
Nominale stroom
Volume luchtstroom
Lawaai (geluidvermogen)
Koelmiddel/Lading/GWP
CO2 equivalent
Maximaal toelaatbare druk
3.
Gebruik geen andere middelen om het ontdooiproces te versnellen of om te
reinigen dan diegene die zijn aanbevolen door de fabrikant.
4.
Het toestel moet opgeslagen worden in een ruimte zonder voortdurend werkende
ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld: open vlammen, een werkend gastoestel of een
werkend elektrisch verwarmingstoestel.
5.
Niet doorboren of verbranden.
6.
Wees u ervan bewust dat koelmiddelen mogelijk reukloos zijn
7.
De maximale lading koelmiddel.
Model
Koelmiddel/Lading/GWP
8.
Informatie over het omgaan met, installeren, reinigen, onderhouden en weggooien
van koelmiddel (Referentie R290 onderhoudshandleiding)
9.
Het onderhoud mag enkel worden uitgevoerd zoals aanbevolen door de fabrikant.
10. Een waarschuwing dat het toestel in een kamer moet worden opgeslagen zonder
voortdurend werkende open vlammen(bijvoorbeeld een werkend gastoestel) en
ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld een werkend elektrisch verwarmingstoestel).
11. Het toestel moet zodanig opgeslagen worden dat mechanische beschadiging
wordt voorkomen.
12. Elke persoon die betrokken is bij het werken aan of inbreken in een koelcircuit
moet in het bezit zijn van een lopend geldig certificaat van een door de sector erkende
beoordelingsautoriteit, die hun competentie machtigt om op veilige manier om te gaan
met koelmiddelen, overeenkomstig een door de sector erkende beoordelingsspecificatie.
13. Het onderhoud mag enkel worden uitgevoerd zoals aanbevolen door de fabrikant
van het toestel. Onderhoud en herstelling, waarbij de bijstand van ander gekwalificeerd
V.1.0
2.6 W/W
1650 W
8.5 A
460 m3/h
65 dB
R290/0.27 kg/3
0.00081 ton
5 MPa
ECMR 142
R290/0.27kg/3
24
personeel vereist is, moet uitgevoerd worden onder het toezicht van de persoon die
bevoegd is inzake het gebruik van ontvlambare koelmiddelen.
14. BIJLAGE DD en CC informatie
DD.4 Informatie over onderhoud
De handleiding moet specifieke informatie bevatten voor servicepersoneel dat instructies
moet hebben ontvangen om het volgende te ondernemen wanneer een toestel waarbij
een ontvlambaar koelmiddel wordt gebruikt, wordt onderhouden.
DD.4.1 Controles aan het domein
Alvorens werkzaamheden aan systemen die ontvlambare koelmiddelen bevatten,
aan te vangen, zijn veiligheidscontroles noodzakelijk om ervoor te zorgen dat het
ontstekingsrisico tot een minimum is beperkt. Voor herstellingen aan het koelsysteem,
zullen de volgende voorzorgsmaatregelen in aanmerking worden genomen alvorens de
werkzaamheden aan het systeem uit te voeren.
DD.4.2 Werkprocedure
De werkzaamheden zullen doorgaan overeenkomstig een gecontroleerde procedure
zodat het risico op ontvlambare gassen of stoom die aanwezig is of zijn terwijl het werk
wordt uitgevoerd tot een minimum wordt beperkt.
DD.4.3 Algemeen werkdomein
Al het onderhoudspersoneel en andere personen die in de lokale ruimte werken zullen
instructies krijgen over de aard van het werk dat wordt uitgevoerd. Werken in een
besloten ruimte moeten worden vermeden. De ruimte rond de werkruimte moet worden
afgesloten. Zorg ervoor dat de omstandigheden binnen in de ruimte veilig zijn gemaakt
door middel van het onder controle houden van ontvlambaar materiaal.
DD.4.4 Controle op aanwezigheid van koelmiddel
De ruimte moet voorafgaand aan en tijdens de werkzaamheden gecontroleerd worden
met een geschikte koelmiddeldetector om ervoor te zorgen dat de technicus zich
bewust is van potentieel ontvlambare atmosferen. Zorg ervoor dat de uitrusting voor het
opsporen van lekken geschikt is om te worden gebruikt met ontvlambare koelmiddelen,
m.a.w. uitrusting die geen vonken veroorzaakt, die naar behoren verzegeld is en die
intrinsiek veilig is.
DD.4.5 Aanwezigheid van een brandblusser
Wanneer werkzaamheden moeten worden uitgevoerd aan koelsystemen of eraan
verbonden onderdelen waarbij gereedschap wordt gebruikt dat hitte genereert, moet de
gepaste brandblusuitrusting beschikbaar te zijn. Er moet een brandblusser met droog
poeder of CO2 in de buurt van de laadruimte aanwezig zijn.
DD.4.6 Geen ontstekingsbronnen
25
V.1.0