Om de wijziging uit te voeren met de afstandsbediening:
Druk terwijl het apparaat werkt, op de knop
Voorbeeld:
Vóór de wijziging, in de modus AIRCONDITIONING, wordt het scherm van de afstandsbediening
afgebeeld als in Fig. 3.
Na de wijziging, in de modus AIRCONDITIONING, wordt het scherm van de afstandsbediening
afgebeeld als in Fig. 4.
Fig 3
KINDERBEVEILIGING
Deze functie, die elk ongewenst gebruik verhindert, kunt u alleen met de afstandsbediening
activeren:
•
Druk tegelijkertijd op de knoppen
deactiveren.
•
Als de functie geactiveerd is, werken de knoppen van de afstandsbediening niet.
TURBOFUNCTIE
De TURBO-functie activeert de modus AIRCONDITIONING van het apparaat bij een temperatuur van
18°C (64°F), met maximale ventilatie om de temperatuur zo snel mogelijk te bereiken.
U kunt deze modus alleen met de afstandsbediening activeren:
•
Druk op de knop
, het symbool
•
Druk opnieuw op de knop
om te bevestigen. Het symbool
•
Druk op de knop
om de Turbofunctie te beëindigen; het symbool
van de afstandsbediening.
•
Druk opnieuw op de knop
om de beëindiging van de functie te bevestigen. Het symbool
verdwijnt. U kunt tevens drukken op de knoppen
96
: de instelling schakelt over naar de andere eenheid.
Fig 4
en
gedurende 3 seconden om deze functie te activeren of
knippert op het scherm van de afstandsbediening.
gaat branden zonder te knipperen.
knippert op het scherm
,
en
om de functie te beëindigen.
WATERAFVOER
Als het apparaat te veel condenswater bevat, stop het met werken en wordt de volgende melding
afgebeeld
('VOL RESERVOIR', raadpleeg het gedeelte AUTODIAGNOSE hierna). Dit betekent dat
het condenswater afgevoerd moet worden door de volgende procedures te volgen:
Handmatige waterafvoer
Het water moet afgevoerd worden in de zones met een
hoog vochtgehalte.
1. Koppel het apparaat af van de voedingsbron.
2. Plaats een geschikte bak onder de afvoeropening (1)
aan de onderkant van het apparaat.
3. Verwijder de afvoerdop (2).
4. Het water moet afgevoerd en opgevangen worden in
een bak (niet meegeleverd).
5. Zodra het water afgevoerd is, moet de dop weer
aangebracht worden.
6. Het apparaat inschakelen.
Continue waterafvoer
Als u de airconditioner in de modus Ontvochtiging gebruikt,
raden wij u continue waterafvoer aan.
1. Koppel het apparaat af van de voedingsbron.
2. Verwijder de afvoerdop (2) aan de onderkant van het
apparaat. Tijdens deze stap kan het water wegstromen;
zorg ervoor dat u een geschikte bak heeft om het water
onder de afvoeropening (1) op te vangen.
3. Sluit de afvoerslang (meegeleverd) aan (3).
1
4. Het water kan dankzij de slang onafgebroken
wegstromen naar een evacuatievoorziening, een
emmer of een gootsteen.
5. Het apparaat inschakelen.
2
1
2
1
3
2
97