OPTIONELE SECUNDAIRE BEDIENING MONTAGE
Indien een extra bedieningsstation gewenst is, gebruik dan bedieningskit nummer 43670-0004 12 Volt, 18753-0335 24 Volt. Monteer de
secundaire bediening op dezelfde manier als de hoofdbediening.
Monteer het stationskeuzepaneel in de buurt van de hoofdbediening (flybridge of lager).
1. Snijd een opening van 51 mm x 35 mm (2" x 1-3/8" (51 mm x 35 mm) voor het stationsselectiepaneel binnen een straal van 1 voet van
de bediening.
2. Leid de secundaire bedieningskabel van het stationskeuzepaneel naar de secundaire bedieningslocatie (kabel apart aangeschaft – zie
kabellijst).
3. Steek het stationsselectiepaneel door het montagegat en bevestig de connectoren aan de bijpassende connectoren van de bedien-
ingselementen en het zoeklicht. De connectoren gemarkeerd met "flybridge" om naar flybridge-bediening te gaan en de connector
gemarkeerd met "lager" om de bediening te verlagen. De connector naar de dichtstbijzijnde bediening kan direct in de bediening
worden gestoken. Zie schema.
4. Gebruik strooisel of afdichtmiddel om de montage van het stationskiezerpaneel waterdicht te maken.
5. Zet het paneel vast met de meegeleverde zelftappende schroeven.
PROBLEEMOPLOSSEN
Alle lampen worden vóór verzending grondig geïnspecteerd en werken gegarandeerd binnen de specificaties. Als het licht niet correct werkt,
CONTROLEER DE ZEKERINGEN EN DE AANSLUITINGEN VAN DE KABELBOOM VOORDAT U MET DEZE PROBLEEMOPLOSSING GAAT.
PROBLEEM
1. Dubbele gloeilamp werkt omgekeerd
2. Bedieningshendel werkt in alle richtingen
3. Licht beweegt slechts in drie van de mogelijke
4. Gedimd licht (laagspanning)
5. Lamp werkt — geen lichte beweging of
licht beweegt — lamp werkt niet
VERVANGING VAN DE LAMP
Draai de schroef los en verwijder de borgring van de lamp.
Koppel de draden los van de defecte lamp. Sluit de draden aan
op de nieuwe lamp zoals afgebeeld. Lamp monteren en met
lampborgring vastzetten.
BEDRADING
DIAGRAM
ENKELE
BEDIENING
Omgekeerde oranje en grijze draden bij de lampklemmen
Stroomkabels naar de besturing zijn omgekeerd
achteruit
A. Controleer connectoren
B. Vervang de besturing
vier richtingen
C. Als het probleem aanhoudt, stuurt u het licht en de bediening terug voor
onderhoud
A. Controleer de spanning bij de stroombron
B. Raadpleeg de kabellijst voor de juiste draaddikte en lengte
Controleer de zekeringen op de voorkant van de bediening
GECONTROLEERDE KABEL MOET
WORDEN APART VERKRIJGBAAR
(ZIE KABELLIJST)
OPLOSSING
ENKEL FILAMENT
Zwart
(−)
7" EN 8" MODELLEN
INGANGSKABELS GELEVERD
DOOR KLANT (16 GA.)
CONTROLE
15
Grijs en
oranje
(Spotlight)