JBM 60029 Manual De Instrucciones página 45

REF. 60029
Duw- en trekwaarschuwing
Deze reactiekracht is altijd tegengesteld aan de richting
waarin de ketting beweegt waar houtcontact wordt ge-
maakt. De operator moet dus klaar zijn om de PULL te
bedienen bij het snijden aan de onderkant van de staaf, en
PUSH bij het snijden langs de bovenrand.
BEDIENING
Zaagblad- en kettingsmeermiddel toevoegen
De kettingzaag wordt geleverd zonder toevoeging van zaa-
gblad- en kettingolie, om dit te doen:
1. Verwijder de olietankdop.
2. Giet voorzichtig de olie
van het zwaard en de
ketting in de tank.
3. Veeg overtollige olie
weg.
4. Vul de olietank totdat
de olie-indicator snel
te zien is tot hij de
minimumlijn bereikt.
LET OP! Er zit een vorm in het olietank om vuil en puin van
de oliepomp te verwijderen. De bouten niet
LET OP! Het is normaal dat er olie uit de zaag lekt wanneer
deze niet wordt gebruikt. Om lekkage te voorkomen, moet
u de olietank na elk gebruik legen en vervolgens een mi-
nuut laten draaien.
In-/uitschakelen
• Om het in te schakelen, drukt u op de vergrende-
lingsknop en trekt u aan
de trekkerschakelaar.
• Houd de aan/uit-schake-
laar ingedrukt, laat de
schakelaarvergrende-
ling los en blijf de aan/
uit-schakelaar indrukken
om door te gaan.
• Om het uit te schakelen, laat u de triggerschakelaar
los, de schakelaarvergrendeling wordt automatisch
teruggezet naar de vergrendelingspositie.
LET OP! Als de kettingzaag een snel piepend geluid maakt
wanneer u probeert de zaag te starten, is de kettingrem
ingeschakeld. Volg de bovenstaande instructies vanaf het
begin om het te starten.
Bediening van de kettingrem
Dit gereedschap is uitgerust met een kettingrem (of voors-
te handbescherming) om de ketting te stoppen als je een
terugslag krijgt:
• Draai uw linkerhand rond de voorste handgreep en
duw de kettingrem naar het zaagblad terwijl de ketting
snel draait om deze te stoppen.
• Zet de kettingrem terug in zijn oorspronkelijke positie
door de bovenkant van de kettingrem vast te pakken
en deze omhoog te trekken richting de voorste han-
dgreep.
Juiste procedure voor het kappen van bomen
Een boom kappen
1. De kapoperatie moet worden gescheiden van de
bokkenoperatie over een afstand van ten minste twee-
maal de hoogte van de te kappen boom.
2. De operator moet op de heuvelopwaartse kant van het
terrein blijven, aangezien de boom waarschijnlijk zal
gaan rollen of verschuiven nadat deze is geveld.
3. Voordat u gaat zagen, moet een ontsnappingspad
worden gepland.
Getande insnijding
1. Maak de inschijding 1/3 van de diameter van de boom,
loodrecht op de valrichting. Maak eerst de onderste
horizontale inkeping.
Omhullende snede
1. Maak de omhullende snede minimaal 50 mm hoger
dan de horizontale kerfsnede. Houd de velkop evenwi-
jdig aan de horizontale inkepingen, er moet genoeg
hout overblijven om als scharnier te dienen.
2. Als het vellen dicht bij het scharnier komt, moet de
boom beginnen te vallen.
3. Als de boom begint te vallen, stop dan de kettingzaag
en leg hem onmiddellijk neer.
4. Bij bomen met een grote diameter, moet u de achter-
zagen stoppen voordat deze diep genoeg is om de
boom te laten vallen. Steek vervolgens zachte houten
of plastic wiggen in de snede zodat ze de ketting niet
raken.
Snijden
Om een blok in lengtes te zagen:
1. Wanneer het blok over de hele lengte wordt onderste-
und, wordt het van bovenaf gesneden (over de bok).
2. Wanneer de stam aan één uiteinde wordt ondersteu-
nd, snijdt u 1/3 van de diameter vanaf de onderkant
(onder de bok).Maak vervolgens de voltooide snede
door over te boksen om de eerste snede te bereiken.
3. Als de stam aan beide uiteinden wordt ondersteund,
snijdt u 1/3 van de diameter van de bovenkant af (over
de bok). Maak vervolgens de afgewerkte snede door
de onderste 2/3 onder te buigen om de eerste snede
te bereiken.
· 45 ·