Descargar Imprimir esta página

GRAPHITE 58GE130 Manual Del Usuario página 125

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 109
het werkgereedschap. Hij mag niet als remknop worden gebruikt
terwijl de schijf draait. Dit kan de slijpmachine beschadigen of de
gebruiker verwonden.
SCHIJFBEVESTIGING
• Bij slijp- of doorslijpschijven met een dikte van minder dan 3 mm
moet de moer van de buitenflens (6) aan de schijfzijde vlak
worden vastgeschroefd (fig. D).
• Druk op de spilvergrendelingsknop (1).
• Steek de speciale sleutel (meegeleverd) in de gaten van de
buitenste flens (6) (Fig. E).
• Draai de sleutel - los en verwijder de buitenste flens (6).
• Plaats de schijf zodanig dat deze tegen het oppervlak van de
binnenflens (7) wordt gedrukt.
• Schroef de buitenste flens (6) vast en draai deze lichtjes aan met
een speciale sleutel.
• De demontage van de schijven gebeurt in de omgekeerde
volgorde van de montage. Bij de montage moet de schijf tegen
het oppervlak van de binnenflens (7) worden gedrukt en centraal
op de onderkant ervan worden geplaatst.
PASSEND WERKGEREEDSCHAP MET DRAADGAT
• Druk op de spilvergrendelingsknop (1).
• Verwijder het eerder gemonteerde werktuig - indien aanwezig.
• Verwijder beide flenzen - binnenflens (7) en buitenflens (6) - vóór
de installatie.
• Schroef
het
schroefdraadgedeelte
bewerkingsgereedschap op de spindel en draai het iets vast.
• De demontage van werkgereedschap met schroefgaten gebeurt
in omgekeerde volgorde van de montage.
MONTAGE
VAN
HAAKSE
SLIJPMACHINEHOUDER
Het is toegestaan de haakse slijper te gebruiken in een speciaal
statief voor haakse slijpers, mits deze correct is gemonteerd volgens
de montage-instructies van de fabrikant van het statief.
BEDIENING / INSTELLINGEN
Controleer de toestand van de slijpschijf voordat u deze gebruikt.
Gebruik geen gescheurde, gebarsten of anderszins beschadigde
slijpschijven. Een versleten schijf of borstel moet voor gebruik
onmiddellijk door een nieuwe worden vervangen. Als u klaar bent
met werken, schakel dan altijd de schuurmachine uit en wacht tot
het werkgereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Pas dan kan
de schuurmachine worden opgeborgen.
slijpschijf niet af door deze tegen het werkstuk te drukken.
• Overbelast de slijpmachine nooit. Het gewicht van het elektrische
gereedschap oefent voldoende druk uit om het gereedschap
effectief te laten werken. Overbelasting en te hoge druk kunnen
het elektrische gereedschap gevaarlijk doen breken.
• Als de schuurmachine tijdens het gebruik valt, moet het
werkgereedschap beslist worden geïnspecteerd en, indien nodig,
vervangen als het beschadigd of vervormd blijkt te zijn.
• Sla het gereedschap nooit tegen het werkmateriaal.
• Vermijd stuiteren en schrapen met de schijf, vooral bij het werken
aan hoeken, scherpe randen enz. (dit kan leiden tot verlies van
controle en terugslag). (dit kan leiden tot verlies van controle over
het elektrische gereedschap en terugslag).
• Gebruik voor cirkelzagen nooit zaagbladen die bedoeld zijn voor
het zagen van hout. Het gebruik van dergelijke zaagbladen leidt
vaak tot terugslag van het elektrische gereedschap, verlies van
controle en kan leiden tot letsel bij de bediener.
AAN/UIT
Houd de schuurmachine tijdens het opstarten en gebruik
met beide handen vast. De schuurmachine is voorzien van een
veiligheidsschakelaar om onbedoeld starten te voorkomen.
• Druk op de veiligheidsknop (2).
• Druk op de aan/uit-knop (3) (fig. F).
• Als u de druk op de schakelknop (3) loslaat, stopt de molen.
• Wacht na het starten van de slijpmachine tot de slijpschijf de
maximale snelheid heeft bereikt alvorens met het werk te
van
het
SLIJPER
IN
HAAKSE
Rem de draaiende
beginnen. De schakelaar mag niet worden bediend terwijl de
schuurmachine is in- of uitgeschakeld. De schakelaar van de
schuurmachine mag alleen worden bediend wanneer het
elektrisch gereedschap van het werkstuk is verwijderd.
KNIPPEN
• Snijden met een haakse slijper kan alleen in een rechte lijn.
• Snijd het materiaal niet terwijl u het in uw hand houdt.
• Grote werkstukken moeten worden ondersteund en er moet voor
worden gezorgd dat de steunpunten zich dicht bij de snijlijn en
aan het uiteinde van het materiaal bevinden. Stabiel geplaatst
materiaal zal niet de neiging hebben te bewegen tijdens het
snijden.
• Kleine werkstukken moeten worden opgespannen, bijvoorbeeld
in een bankschroef, met klemmen, enz. Het materiaal moet zo
worden opgespannen dat het snijpunt zich dicht bij het
spanelement bevindt. Dit zorgt voor een grotere snijprecisie.
• Sta niet toe dat de maaischijf wordt getrild of vastgeklemd, omdat
dit de kwaliteit van de snede vermindert en de maaischijf kan
breken.
• Tijdens het snijden mag geen zijdelingse druk op de snijschijf
worden uitgeoefend.
• Gebruik de juiste snijschijf afhankelijk van het te snijden
materiaal.
• Bij het doorsnijden van materiaal wordt aanbevolen dat de
aanvoerrichting in lijn is met de draairichting van de snijschijf.
• De snijdiepte hangt af van de diameter van de schijf (fig. G).
• Er mogen alleen schijven worden gebruikt met een nominale
diameter die niet groter is dan de voor het slijpmodel aanbevolen
diameter.
• Bij diepe zaagsneden (bijv. profielen, bouwstenen, bakstenen
enz.) mogen de klemflenzen niet in contact komen met het
werkstuk.
• Snijschijven bereiken tijdens het gebruik zeer hoge temperaturen
- raak ze niet aan met onbeschermde lichaamsdelen voordat ze
zijn afgekoeld.
SANDING
Slijpwerkzaamheden
kunnen
bijvoorbeeld
slijpschijven,
schijven
met
schuurvlies,
schuurschijven, enz. Elk type schijf en werkstuk vereist een
geschikte
werktechniek
persoonlijke beschermingsmiddelen.
• Schijven die bedoeld zijn om te snijden mogen niet worden
gebruikt om te schuren.
• Slijpschijven zijn ontworpen om materiaal te verwijderen met de
rand van de schijf.
• Slijp niet met het zijvlak van de schijf. De optimale werkhoek voor
o
dit type schijf is 30
(fig. H).
• Slijpwerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd met voor
het materiaal geschikte slijpschijven.
• Bij het werken met lamellenschijven, schuurvliesschijven en
flexibele schijven voor schuurpapier moet worden gelet op de
juiste invalshoek (Fig. I).
• Schuur niet met het hele oppervlak van de schijf.
• Dit type schijven wordt gebruikt voor het bewerken van vlakke
oppervlakken.
• Draadborstels zijn vooral bedoeld voor het reinigen van profielen
en moeilijk bereikbare plaatsen. Zij kunnen worden gebruikt om
bijv. roest, verflagen enz. van het materiaaloppervlak te
verwijderen. (Fig. K).
• Alleen werkgereedschap waarvan het toegestane toerental
hoger is dan of gelijk is aan het maximale toerental van de
onbelaste haakse slijper mag worden gebruikt.
BEDIENING EN ONDERHOUD
Verwijder de batterij uit het apparaat voordat u overgaat tot
installatie, afstelling, reparatie of bediening.
ONDERHOUD EN OPSLAG
• Het wordt aanbevolen het apparaat onmiddellijk na elk gebruik te
reinigen.
worden
uitgevoerd
komschijven,
lamellenschijven,
draadborstels,
en
het
gebruik
van
met
flexibele
passende

Publicidad

loading