Descargar Imprimir esta página

System Sensor OSI-RE-SS Guia De Inicio Rapido página 25

Detector de haz lineal de imágenes de humo. (tipo de haz proyectado), convencional
Ocultar thumbs Ver también para OSI-RE-SS:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 15
AFBEELDING 7. OSI-RE-SS TERMINALS
OSI-RE-SS Terminals
Remote alarmuitgang
T2-1
Remote storinguitgang
T2-2
Remote test/resetingang
T2-3
AUX -
T2-4
Bedrading: 2 aderige kabel, 0,8mm
AFBEELDING 8. REMOTE LED-CONNECTIES
Circuit
alarmsignaal
Circuit
storingssignaal
Remote LED-connecties
INITIALISERING EN INBEDRIJFSTELLING
Zorg ervoor dat u noch enig ander voorwerp zich in de zichtlijn tussen de detector en
de reflector bevindt en begin de imager handmatig uit te lijnen ten opzichte van de
reflector (zie afbeelding 9.)
U kunt het OSP-002 laseruitlijningshulpmiddel gebruiken voor een globale uitlijning
indien het systeem geïnstalleerd wordt over een lange afstand of in een omgeving die
intensief verlicht is.
Volg deze stappen om de optische bol van de detector aan te passen om het systeem
uit te lijnen (zie afbeelding 10.):
• Zorg ervoor dat de hendel in de 3-uurpositie staat.
• De 4 pijltjes helpen de gebruiker intuïtief met de optimale uitlijning van de
oogbol.
Waarschijnlijk zijn alle pijltjes rood aan het begin van het uitlijningsproces.
• Beweeg de oogbol geleidelijk totdat alle pijltjes en de LED in het midden groen
knipperen. Dan is de oogbol optimaal uitgelijnd (zie afbeelding 11.)
• Wanneer alle pijltjes groen zijn, vergrendelt u de oogbol voorzichtig door het
hendeltje naar beneden te bewegen totdat de oogbol stevig is vergrendeld.
Het hendeltje staat nu op de 5-uurpositie en u voelt enige weerstand van de
vergrendelde positie.
AFBEELDING 9. GLOBALE UITLIJNING
OSP-002
laseruitlijningshulpmiddel
RTS151/Key
Terminals
T1
T3
Externe
jumper
T4
T5
10k ohm
externe
weerstand
T2
, niet-afgeschermd.
2
T2-1
T2-2
Rood
T2-4
Geel
Reflector
AFBEELDING 10. PIJLTJESOPSTELLING
AFBEELDING 11. OOGBOL VERGRENDELEN EN BEVEILIGEN
C2058-00
Na het vergrendelen van de oogbol wordt een interne schakelaar geactiveerd en be-
gint de detector het initiërings- en inbedrijfstellingsproces. Een normaal inbedrijfstel-
lingsproces duurt ongeveer 10 seconden. Tijdens het inbedrijfstellingsproces moet
C2059-00
het straalpad vrij blijven van binnendringende objecten. Tijdens deze procescyclus
zal de detector de afmetingen van de reflector in het gezichtsveld meten en het gevoe-
ligheidsniveau automatisch instellen op de optimale gevoeligheid voor de specifieke
afstand.
Voordat de detector in bedrijfsstand gaat, zal het ingestelde gevoeligheidsniveau
worden getoond. De 4 pijltjes zullen dan geel knipperen en het % geselecteerde ver-
duistering/gevoeligheid wordt weerspiegeld. 1 x knipperen = 25%, 2 x knipperen =
30%, 3 x knipperen = 40% en 4 x knipperen = 50%. Na 5 seconden wordt dit proces
herhaald en daarna lichten de pijltjes niet meer op en knippert alleen de groen OK-
LED aan de voorkant. De detector werkt nu correct.
De overschilderbare kap kan nu op de voorkant worden geplaatst om de hendel te
beveiligen en de uitlijnings-LED's en het vergrendelingsmechanisme te verbergen.
Met de afdekkap wordt ook het vergrendelingshendeltje in positie beveiligd.
DE INSTALLATIE TESTEN
Na de inbedrijfstelling moet de detector worden getest voor het correct doorgeven
van een alarm. Gebruik hiervoor de OSP-004-testfilter bij de reflector of het remote
teststation. Wanneer u de RTS151KEY gebruikt om de detector te testen, zal de re-
mote storings-LED de ingestelde gevoeligheid van de detector knipperen. Het aantal
knipperingen, vergelijkbaar met paragraaf 5, laat het ingestelde gevoeligheidsniveau
zien en wordt elke 3 seconden herhaald totdat de detector is gereset.
IMAGER RESETTEN
Het storingsrelais is niet-vergrendelend maar het alarmrelais is vergrendelend. Het
alarm van de Imager kan worden gereset door de voedingsspanning kortstondig te
verlagen of door een resetstation te gebruiken.
WERKING NA EEN STROOMUITVAL
In geval van een stroomuitval zal de detector, nadat de stroom is hersteld, de mogeli-
jke nieuwe situatie vergelijken met de data in het geheugen.
Indien de reflector zich nog in dezelfde positie bevindt en alle parameters binnen
acceptabele grenzen staan, zal de detector weer gaan werken en geen storing melden.
Indien belangrijke parameters zijn veranderd, blijft de storing geactiveerd en is een
herinitialiseringsproces nodig.
C2060-00
23
Hendel omlaag
C2061-00
C2062-00
I56-6654-001
01/16/2023

Publicidad

loading