JBM 53929 Manual De Instrucciones página 13

REF. 53929
• STAND BY INDICATOR ("STAND BY"): (groen)
licht op wanneer de oplaadmodus niet is geselec-
teerd.
• INDICATOR «12V NORM»: laadmodus voor Wet,
Gel- en MF-accu's, 12 V (14-230 A h)
• INDICATOR «12V COLD/AGM»: acculaadmodus
12 V bij temperaturen onder -20 ºC en AGM-ac-
cu's (14-230 Ah)
• INDICATOR «24V NORM»: laadmodus voor nat-
te, gel- en MF-accu's, 24 V (14-120 Ah)
• INDICATOR «24V COLD/AGM»: acculaadmodus
24 V (14-120 Ah) bij temperaturen onder -20 ºC en
AGM-accu's (14-120 Ah)
• INDICATOR "SUPPLY 13,6 V (5 A): (stroom-
toevoer) - ontkoppel de aansluitingen, houd de
«MODE» -knop drie seconden ingedrukt, waarna
deze indicator oplicht.
• INDICATOR «BOOST 16 V (1,5 A): (versneld
opladen) - verbind de klemmen met de accu, houd
de modusselectieknop («MODE») drie seconden
ingedrukt, waarna deze indicator gaat branden.
OPLAADSTAPPEN
Spanning
(V)
Stap
Stroom
(A)
STAP 1: Diagnostiek
Voor het opladen test het apparaat de accuspanning
om er zeker van te zijn dat de aansluitingen goed zijn
en dat het in een stabiele toestand is.
SPECIFICATIES
Maximale spanning:
• Ingang: 100-240 VAC stroom, 50/60 Hz
• Uitgang: 14,4 V/14,7 V DC stroom, 7,2 A
Laadspanning:
• Normale 12V-accu 14,4V
• Normale 24 V-accu: 28,8 V.
• Koude accu of AGM-accu 12 V: 14,7 V
• Koude accu of 24 V AGM-accu: 29,4 V
Maximaal vermogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150 W
Initiële laadspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16,5 V
Max. hoogte stroom in 12 V-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7,2 A
Max. hoogte stroom in 24 V-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3,6 A
Werktemperatuur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . -20 ~
Ondersteunde accutypes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Wet, GEL, MF, AGM
Oplaadmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-staps automatische modus
Lengte stroomkabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1,8 m
Lengte uitgangskabel (met klemmen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1,5 m
STAP 2: Herstel
Indien nodig start het apparaat het herstelproces voor
diep ontladen of gesulfateerde (verloren capaciteit) ac-
cu's door het toepassen van lage stroompulsen.
STAP 3: Vlotte start
Het hoofdlaadproces wordt voorafgegaan door een
vlotte start.
STAP 4-5: Hoofdlading
Op deze stap wordt de accu geladen met zowel hoge
als gemiddelde stromen tot 80% van de capaciteit, wat
wordt gesignaleerd door de laadindicatoren van 25%,
50% en 75%.
STAP 6: Absorptie
Wanneer het laadniveau 90% bereikt, blijft het appara-
at opladen met een lage stroomsterkte, wat een hoge
veiligheid en efficiëntie garandeert en ook de vorming
van gas in de accu voorkomt.
STAP 7: Dubbellading
De accu is volledig opgeladen en klaar voor gebruik. In
dit geval brandt de indicator voor 100% opladen groen.
Als de accu meer stroom verbruikt tijdens het opladen,
gaat de oplader naar de herstelmodus.
STAP 8: Herstel
Het apparaat controleert continu de accuspanning om
te bepalen of het herstelproces moet worden gestart.
Als de spanning op de klemmen onder 12 V of 24 V
daalt, begint de lader met het herbouwen van de accu
tot het niveau van respectievelijk 12 V of 24 V en on-
derbreekt vervolgens de laadcyclus. De druppellaad-
en herstelcyclus worden voor onbepaalde tijd herhaald
om ervoor te zorgen dat de batterij volledig is opgela-
den zonder overladen.
· 13 ·
40°C