NEDERLANDS
NL
Stoffen afkomstig van bepaalde materialen, zoals
loodhoudende verf, enkele houtsoorten, mineralen
en metaal, kunnen schadelijk zijn voor de gezond-
heid. Het aanraken of inademen van deze stoffen
kan bij de gebruiker of personen die zich in de
nabijheid bevinden leiden tot allergische reacties
en/of aandoeningen aan de luchtwegen.
Bepaalde stoffen, zoals van eiken of beuken,
gelden als kankerverwekkend, vooral in verbinding
met additieven voor de houtbehandeling (chro-
maat, houtbeschermingsmiddelen). Asbesthou-
dend materiaal mag alleen worden bewerkt door
vaklui.
- Maak zo mogelijk gebruik van stofafzuiging.
- Zorg voor een goede ventilatie van de werk-
plaats.
- Het wordt aanbevolen om een stofmasker met
filterklasse P2 te dragen.
Neem de voorschriften in acht die in uw land voor
de te bewerken materialen van toepassing zijn.
Het werkstuk beveiligen tegen wegglijden, bijv. met
behulp van spaninrichtingen.
LED-lampje (7): LED-straling niet direct met
optische instrumenten bekijken, LED Klasse 1M,
geclassificeerd volgens DIN EN 60825-1: 2003,
golflengte: 400-780 nm; 5 lm.
5 Overzicht
Zie pagina 3 (uitklappen a.u.b.).
1 Snelspan-boorhouder
2 Huls (koppel, boren)
3 Schakelaar (1e/2e versnelling)
4 Draairichtingsschakelaar (instelling van de
draairichting, transportbeveiliging) - aan
beide kanten van de machine
5 Toets voor ontgrendeling van het accupack
6 Accupack
7 LED-lampje
8 Drukschakelaar
6 Gebruik
6.1
Accupack
Het accu-pack voor gebruik opladen.
Het accu-pack bereikt na 5 keer opladen en
ontladen (laadcycli) zijn volle capaciteit.
Het maximale aantal laadcycli kan alleen
worden bereikt wanneer een diepteontlading
van het accu-pack wordt voorkomen. Laad het
accu-pack bij vermogensverlies weer op.
18
6.2
Accupack uitnemen, inbrengen
Uitnemen:
De toets voor de accupack-ontgrendeling (5)
indrukken en het accupack (6) er naar voren
uittrekken.
Inbrengen:
Accupack (6) erop schuiven tot het inklikt.
6.3
Draairichting, transportbeveiliging
(inschakelblokkering) instellen
Draairichtingschakelaar (4) indrukken.
Zie pagina 3 (uitklappen a.u.b.):
R = rechtsloop ingesteld
L = linksloop ingesteld
0 = middenstand: transportbeveiliging
(inschakelblokkering) ingesteld
6.4
Versnellingsstand kiezen
Schakelaar (3) alleen gebruiken wanneer de
motor stilstaat!
Schakelaar (3) indrukken.
1e versnelling ingesteld (laag toerental),
bijzonder hoog koppel)
2e versnelling ingesteld (hoog toerental)
6.5
Koppelbegrenzing instellen
Aan de bus (2) draaien.
1...
= koppel ingesteld (bij het werken met
koppelbegrenzing)
= boortrap ingesteld - geen koppelbe-
grenzing (voor max. koppel)
6.6
In-/uitschakelen, toerental instellen
Inschakelen, toerental: drukschakelaar (8)
indrukken. Het toerental kan met de druk-
schakelaar worden veranderd.
Uitschakelen: drukschakelaar (8) loslaten.
Opmerking: Het geluid dat bij het uitscha-
kelen van de machine optreedt, is afhankelijk
van de constructie (snelstop) en heeft geen
invloed op het functioneren en de levensduur
van de machine.
6.7
LED-lampje
Voor het werken op slecht verlichte plaatsen. Het
LED-lampje (7) brandt wanneer de machine inge-
schakeld is.