Het wassen stopt.
1. Wanneer het wassen stopt, zoemt de zoemer zes keer continu, waarna de stroom automatisch
wordt uitgeschakeld.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Hoewel de stroom automatisch kan worden uitgeschakeld, moet voor de veiligheid de stekker uit
het stopcontact worden getrokken.
Normaal programma.
1. Normaal wasprogramma is het gemakkelijkste, handigste en meest voorkomende wasprogramma.
Wanneer de gebruiker op de aan/uit-schakelaar drukt en vervolgens op de Start/Pauze-knop
drukt, begint het normale wasprogramma te werken.
2. Wanneer de wasmachine begint te werken, geeft de digitale buis de resterende tijd aan. Het
tijdindicatielampje dat de resterende tijd aangeeft, flikkert.
OPMERKING!
1. Sluit het deksel van de deur wanneer de machine draait, anders stopt de machine automatisch
met werken tijdens het centrifugeren en wordt er een abnormale waarschuwing afgegeven.
2. De wasmachine werkt niet als het gevulde water het ingestelde waterniveau niet bereikt.
Functie van automatische uitschakeling.
1. Als het apparaat niet binnen 10 minuten na het inschakelen in werking treedt, schakelt het
automatisch uit.
2. Wanneer het apparaat klaar is met werken, laat het 6 pieptonen horen en schakelt het
automatisch uit.
Functie voor het corrigeren van onbalans.
1. Een ongelijkmatige uitlijning van het wasgoed vóór het centrifugeren kan tijdens het centrifugeren
trillingen veroorzaken. De wasmachine beschikt over een onbalansaanpassingsfunctie. Tijdens het
gebruik controleert de wasmachine altijd automatisch de bedrijfsstatus. Als de trillingen tijdens
het centrifugeren te hoog zijn, start de wasmachine automatisch het
onbalansaanpassingsprogramma.
2. De wasmachine kan de onbalans twee keer aanpassen. Als de aanpassing niet werkt, klinkt er een
alarm.
Einde programma.
1. Aan het einde van elk programma laat de wasmachine een speciaal geluid horen om u eraan te
herinneren het wasgoed uit de wasmachine te halen of opnieuw te bedienen.
2. Na het geluid keert de wasmachine terug naar de uitgeschakelde status zonder display en zijn alle
lichten uit.
3. Sluit de kraan af en trek de stekker uit het stopcontact als u hem niet gebruikt, om waterlekkage
of brandongelukken te voorkomen.
Onderhoud.
Gebruik zachte kleding om het water en vuil van het oppervlak te vegen telkens na gebruik van de
wasmachine. Het gebruik van wasmiddelen en andere chemicaliën is niet toegestaan om schade aan de
plastic accessoires te voorkomen.
Reinig de waterinlaat.
Na langdurig gebruik kan de waterinlaatzak verstopt raken en moet deze worden gereinigd volgens de
volgende stappen:
1. Schakel de stroom in en draai vervolgens de kraan dicht.
2. Laat de wasmachine 5 seconden draaien, zodat er water via de watertoevoerslang in de kuip
stroomt. Schakel vervolgens de stroom uit.
3. Maak de watertoevoerslang los, maak de netzak schoon en plaats vervolgens de watertoevoer
terug.
NL