Gebruik nooit olie voor 4-takt-motoren of waterge-
koelde 2-takt-motoren. Hierdoor kan de bougie ver-
ontreinigd raken, de uitlaat geblokkeerd raken of de
zuigerveer verstopt raken. Brandstofmengsels die
een maand of langer niet zijn gebruikt, kunnen de
carburateur verstoppen of de werking van de motor
beïnvloeden. Voer brandstof wat u niet nodig heeft, in
een luchtdichte tank en bewaar deze in een donkere,
koele ruimte.
Brandstof-mengtabel
Mengmethode: 40 delen benzine op 1 deel olie
Voorbeeld:
1 l benzine: 0,025 l 2-takt-olie
5 l benzine: 0,125 l 2-takt-olie
Waarschuwing! Let op de uitlaatgassen.
Schakel de motor voor het tanken altijd uit.
Giet nooit benzine in het apparaat, terwijl de motor
draait of heet is. Er bestaat brandgevaar!
Vul de tank uitsluitend bij in de buitenlucht of in goed
geventileerde ruimtes. Let erop dat er geen brand-
stof in de grond terechtkomt (milieubescherming).
Gebruik een geschikte ondergrond. Gebruik alleen
bio-kettingolie.
8. Montage
Bij de samenstelling van deze machine moet u de
aangegeven montage-aanwijzingen opvolgen.
8.1 Voorste handgreep (10) monteren (afb. 2)
Opmerking:
De voorste handgreep (10) kan in twee verschillende
posities worden gemonteerd. Selecteer hiertoe een
van de beide aangebrachte positieboorgaten (33) op
de steel van de motor-aandrijfeenheid (1).
Monteer de voorste handgreep (10) op de steel van
de motor-aandrijfeenheid (1):
• Plaats de rubberen ring (34) op de steel van de mo-
tor-aandrijfeenheid (1).
• Let erop dat de uitsparing van de rubberen ring (34)
met een van de gewenste positieboorgaten (33)
overeenstemt.
• Plaats de beschermbeugel (35) op de rubberen
ring (34). Voer hiertoe de tappen in het gewenste
positieboorgat (33) in. Let erop dat de bescherm-
beugel (35) naar links (naar de gebruiker toe) is
gemonteerd.
• Steek de voorste handgreep (10) op de bescherm-
beugel (35) en schroef deze met de inbusbouten
(36) vast. Gebruik hiertoe de inbussleutel Gr. 4 (31).
134 | NL
8.2 Motorzeis / gazontrimmer (13) monteren
Let op!
Als de motorzeis/gazontrimmer (13) aan de mo-
tor-aandrijfeenheid (1) gemonteerd is, verwijder voor
controles en instelwerkzaamheden altijd de bou-
giestekker (6).
8.2.1 Monteer de beschermingsplaat motorzeis /
gazontrimmer (14) (afb. 3)
• Steek de beschermingsplaat (14) op de voorge-
monteerde schroeven (37) aan de motorzeis / ga-
zontrimmer (13).
• Haal de voorgemonteerde schroeven (37) aan.
• Gebruik voor de montage van de beschermings-
plaat (14) de inbussleutel gr. 5 (32).
m Waarschuwing!
Gebruik de motorzeis / gazontrimmer (13) nooit zon-
der de gemonteerde beschermingsplaat (14)!
8.2.2 Motorzeis monteren/demonteren (afb. 4, 5)
De opzet motorzeis / gazontrimmer (13) kan met het
snijmes (15) als motorzeis worden gebruikt.
• Demonteer de moer (42), de afdekking (41) en de
buitenflens (40) van de schroefdoorn (39).
• De binnenflens (38) blijft op de schroefdoorn (39)
zitten.
• Plaats het snijmes (15) op de binnenflens (38). Let
erop dat de draairichting van het snijmes (15) over-
eenstemt met de richting van de pijl op de bescher-
mingsplaat (14).
• Schuif vervolgens de buitenflens (40) en de afdek-
king (41) op de schroefdoorn (39).
• Bevestig het snijmes (15) met de moer (42).
• Haal de moer (42) met de bougiesleutel (30) aan.
Houd daartoe de binnenflens (38) met behulp van
de inbussleutel Gr. 5 (32) vast (zie afb. 5)
• De demontage van het snijmes (15) gebeurt in de
omgekeerde volgorde.
m Waarschuwing!
Controleer voor elk gebruik of de motorzeis correct
gemonteerd is!
8.2.3 Gazontrimmer monteren /demonteren (afb.
4, 6, 7)
De opzet motorzeis/gazontrimmer (13) kan met de
spoel (16) als gazontrimmer worden gebruikt.
• Demonteer de moer (42), de afdekking (41) en de
buitenflens (40) van de schroefdoorn (39). Let op
linkse schroefdraad!
• De moer (42), het deksel (41) en de buitenste flens
(40) zijn voor de montage van de spoel (16) niet
nodig.
• Houd de binnenflens (38) met behulp van de inbus-
sleutel Gr. 4 (31) vast (zie afb. 6)
www.scheppach.com