Elektronische functies
Het gereedschap is uitgerust met elektronische aanstu-
ring voor een gemakkelijke bediening.
•
Constant-toerentalregeling
Elektronische toerentalregeling voor het aanhou-
den van een constant toerental. Maakt een onbe-
rispelijke afwerking mogelijk omdat het toerental
zelfs onder belasting constant blijft.
•
Zachte start
De functie zachte-start minimaliseert de start-
schok en laat het gereedschap geleidelijk starten.
BEDIENING
Maaien
WAARSCHUWING:
dert u alle takken en stenen van het te maaien
terrein. Bovendien kunt u beter ook van tevoren
alle onkruid uit het te maaien grasveld wieden.
WAARSCHUWING:
altijd een beschermende bril of een veiligheidsbril
met volledig gesloten zijkantbescherming.
LET OP:
Als het maaisel of een vreemd voor-
werp zich ophoopt binnenin het maaidek, moet u
eerst de contactsleutel en accu verwijderen, en
handschoenen aantrekken voordat u het maaisel
of vreemde voorwerp verwijdert.
KENNISGEVING:
Gebruik deze machine alleen
voor het maaien van een gazon. Maai geen
onkruid met deze machine.
► Fig.28
Houd bij het maaien de handgreep met beide handen
stevig vast.
De richtlijn voor de maaisnelheid is ongeveer 1 meter
per 4 seconden.
► Fig.29
De middellijnen van de voorwielen kunnen worden
gebruikt als richtlijn voor de maaibreedte. Gebruik de
middellijnen als richtlijn bij het maaien in banen. Overlap
elke baan met de helft of een derde van de breedte van
de vorige baan om het gazon gelijkmatig te maaien.
► Fig.30: 1. Maaibreedte 2. Overlapping 3. Middenlijn
Verander de maairichting bij elke baan om te voorko-
men dat het graspatroon in één richting wordt gevormd.
► Fig.31
Controleer regelmatig het gemaaide gras in de gras-
mand. Leeg de grasmand voordat deze vol raakt. Vóór
elke periodieke inspectie dient u de grasmaaier uit te
schakelen en daarna de contactsleutel en de accu te
verwijderen.
OPMERKING: Als u de grasmaaier gebruikt met een
volle grasmand kan het snijblad niet soepel draaien,
hetgeen de motor overmatig belast, waardoor de
kans op defecten toeneemt.
Voor het maaien verwij-
Draag bij het maaien
Maaien van erg lang gras
Probeer niet om lang gras in één keer te maaien. Maai
in plaats daarvan het gazon in meerdere maaibeurten.
Laat een dag of twee tussen de maaibeurten, tot het
gazon gelijkmatig kort is.
► Fig.32
OPMERKING: Als u erg lang gras in één keer hele-
maal kort maait, kan het gras afsterven. Tevens kan
de binnenkant van het maaidek verstopt raken door
het gemaaide gras.
De grasmand legen
WAARSCHUWING:
komen, controleert u regelmatig de grasmand op
schade of verzwakking door slijtage. Vervang zo
nodig de grasmand.
1.
Laat de schakelhendel los.
2.
Verwijder de contactsleutel.
3.
Open de achterklep en verwijder de grasmand
door het handvat vast te pakken.
► Fig.33: 1. Achterklep 2. Handvat 3. Grasmand
4.
Leeg de grasmand.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING:
tactsleutel en de accu uit de grasmaaier zijn
verwijderd voordat u de grasmaaier opbergt of
draagt, of voordat u inspectie of onderhoud gaat
verrichten.
WAARSCHUWING:
tactsleutel wanneer de grasmaaier niet in gebruik
is. Bewaar de contactsleutel op een veilige plaats,
buiten bereik van kinderen.
WAARSCHUWING:
het verrichten van inspectie of onderhoud.
WAARSCHUWING:
van inspectie of onderhoud altijd een bescher-
mende bril of een veiligheidsbril met zijkappen.
KENNISGEVING:
benzine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor
kunnen verkleuring, vervormingen en barsten
worden veroorzaakt.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van
het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd bij een
erkend Makita-servicecentrum of de Makita-fabriek, en
altijd met gebruik van Makita-vervangingsonderdelen.
65 NEDERLANDS
Om ongelukken te voor-
Zorg altijd dat de con-
Verwijder altijd de con-
Draag handschoenen bij
Draag bij het verrichten
Gebruik nooit benzine, was-