2.4.4 Een werkingsmodus kiezen
De werkingsmodus kan worden aangepast aan de verwarmings-/koelingsbehoefte van het zwembad. Zie "2.2.1
Modusdetails" voor meer informatie over werkingsmodi. Om te veranderen van werkingsmodus:
• Ontgrendel het toetsenbord: het hoofdmenu verschijnt.
• Druk op
om de werkingsmodus te wijzigen.
De verschillende modi verschijnen in deze volgorde:
•
2.4.5 De insteltemperatuur aanpassen
• Ontgrendel het toetsenbord: het hoofdmenu verschijnt.
• Druk op
en
bevestigen.
• Druk op
om te bevestigen.
• Wanneer de temperatuur van het referentiepunt met 1°C overschreden is, stopt de warmtepomp met
het verwarmen/koelen van het water. Vervolgens regelt de warmtepomp automatisch de temperatuur
van het zwembadwater (los van de gekozen modus).
• De warmtepomp werkt opnieuw om de instelwaarde te bereiken, wanneer er een verschil van 2 °C is
tussen de temperatuur van het zwembadwater en de insteltemperatuur van het water.
• Voorbeeld: de temperatuur van het referentiepunt is 25 °C en de temperatuur van het zwembadwater
heeft 26°C bereikt in de modus verwarming of koelen. De warmtepomp schakelt uit.
- In de koelmodus zal het apparaat automatisch opnieuw starten als de temperatuur van het
zwembadwater hoger is dan 26 °C.
- In de verwarmingsmodus zal het apparaat automatisch opnieuw starten als de temperatuur van het
zwembadwater lager is dan 24 °C.
• Als de verwarmingsprioriteit niet geactiveerd is, wacht de warmtepomp tot de volgende cyclus van de
filterpomp wordt gestart.
16
om het referentiepunt van de temperatuur te wijzigen. Druk op SET om de waarde te