chloorhoudende detergenten moet worden vermeden omdat het chloor kan reageren met het koudemiddel en het
de koperen leidingen kan corroderen.
• Als een lek wordt vermoed, moet alle open vuur worden verwijderd/gedoofd.
• Als er een lekkage van koudemiddel wordt opgespoord die solderen vereist, moet al het koudemiddel uit het systeem
worden teruggewonnen of moet een deel van het systeem worden geïsoleerd (door middel van afsluiters) op een
veilige afstand van het lek.
Verwijdering en afvoer
• Bij het benaderen van het koudecircuit om reparaties uit te voeren of om een andere reden, moeten conventionele
procedures worden gevolgd. Voor ontvlambare koudemiddelen moeten echter de aanbevelingen worden opgevolgd
om rekening te houden met de ontvlambaarheid van het product. De volgende procedure moet worden gevolgd:
- het koudemiddel verwijderen;
- het circuit doorspoelen met inert gas (optioneel voor A2L);
- aftappen (optioneel voor A2L);
- doorspoelen met inert gas (optioneel voor A2L);
- het circuit openen door middel van doorzagen of solderen.
• De koudemiddelvulling moet worden teruggewonnen in geschikte terugwinningsflessen. Voor apparaten die andere
ontvlambare koudemiddelen dan A2L bevatten, moet het systeem worden doorgespoeld met zuurstofvrije stikstof
om het apparaat geschikt te maken voor ontvlambare koudemiddelen. Mogelijk moet u dit proces meerdere keren
herhalen. Perslucht of zuurstof mogen niet worden gebruikt voor het doorspoelen van koudemiddelsystemen.
Vulprocedures
• Controleer of de uitlaat van de vacuümpomp zich niet in de buurt van een mogelijke ontstekingsbron bevindt en of
er voldoende ventilatie is.
• Naast de gebruikelijke vulprocedures moet aan de volgende eisen worden voldaan.
- Controleer of er geen mogelijkheid is van kruisbesmetting tussen verschillende koudemiddelen bij het gebruik van
de vulapparatuur. Slangen of leidingen moeten zo kort mogelijk zijn om de hoeveelheid koudemiddel die zich daarin
bevindt, te minimaliseren.
- De flessen moeten worden bewaard in een passende stand volgens de instructies.
- Controleer of het koelsysteem geaard is voordat u het systeem met koudemiddel vult.
- Bevestig een etiket op het systeem wanneer het vullen is voltooid (als dit nog niet is gebeurd).
- Let goed op dat u het koelsysteem niet overvult.
• Voer een druktest uit met een geschikt spoelgas voordat u het systeem opnieuw vult. Het systeem moet na het vullen
en voor de inbedrijfstelling worden onderzocht om er zeker van te zijn dat er geen lekken zijn. Vóór het verlaten van
de locatie moet eerst een laatste lektest worden uitgevoerd.
Demontage voor afdanking
• Vóór de demontage moet de technicus zich vertrouwd maken met het apparaat en de specificaties ervan. We
raden ten zeerste aan om alle koudemiddelen zorgvuldig te terug te winnen. Voorafgaand hieraan moeten olie- en
koudemiddelmonsters worden genomen indien analyses moeten worden uitgevoerd vóór enig ander gebruik van
het teruggewonnen koudemiddel. Controleer vóór aanvang van de werkzaamheden of een stroombron aanwezig is.
5. Maak uzelf vertrouwd met het apparaat en hoe het werkt.
6. Isoleer het systeem elektrisch.
7. Controleer de volgende punten voor de aanvang van de werkzaamheden:
- er zijn eventueel interne transportmiddelen beschikbaar voor het hanteren van de koudemiddelflessen;
- er zijn persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar en deze worden correct gebruikt;
- het vulproces wordt te allen tijde gecontroleerd door een bevoegd persoon;
- de terugwinningsflessen en -apparatuur voldoen aan de relevante normen.
8. Tap het koelsysteem waar mogelijk af.
9. Als er geen vacuüm kan worden getrokken, installeer dan een verdeelstuk om het koudemiddel vanuit verschillende
plaatsen in het systeem te kunnen verwijderen.
10. Zorg ervoor dat de fles zich op de weegschaal bevindt voordat het terugwinnen begint.
11. Start de koudemiddelterugwinunit en bedien deze volgens de instructies.
12. Maak de flessen niet overvol (niet meer dan 80% van het volume mag met vloeistof worden gevuld).
13. Overschrijd de maximale werkdruk van de cilinder niet, ook niet tijdelijk.
14. Wanneer de cilinders correct zijn gevuld en het proces is voltooid, moet u ervoor zorgen dat de flessen en de
apparatuur snel van de locatie worden verwijderd en dat de afsluiters op de apparatuur zijn gesloten.
15. Het teruggewonnen koudemiddel mag niet in een ander koelsysteem worden gebuikt tenzij het is gereinigd en
gecontroleerd.
3.2.2 Onderhoud door de gebruiker
• Reinig uw zwembad en het watersysteem regelmatig om schade aan het apparaat te voorkomen.
• Reinig de verdamper met behulp van een zachte borstel en een verstuiver met schoon water (koppel de netkabel los);
vouw de metalen vleugels niet om en reinig vervolgens de condenswaterafvoerleiding om eventuele onzuiverheden
te verwijderen die de leiding zouden kunnen verstoppen.
• Gebruik geen hogedrukreiniger. Verstuif geen regenwater, zout water of water met een hoog gehalte aan mineralen.
• Reinig de buitenkant van het apparaat; gebruik geen producten op basis van oplosmiddelen. Wij kunnen u als
accessoire een specifieke reinigingsset bezorgen: het PAC NET. Zie § "5.1 I Beschrijving".
3.2.3 Onderhoud dat een gekwalificeerde technicus moet uitvoeren
• Controleren of het besturingssysteem correct werkt.
• Controleren of het condenswater goed wegstroomt wanneer het apparaat in werking is.
• De veiligheidsmechanismen controleren.
• De verbinding van de metalen massa's met de aarde controleren.
• Controleren of de elektrische kabels goed vastzitten en goed aangesloten zijn, en of de schakelkast schoon is.
20