_RV-24_RV-27.book Seite 96 Dienstag, 18. Mai 2004 11:25 11
Camera monteren
Voor de elektrische aansluiting en de controle daarvan heeft u de volgende
hulpmiddelen nodig:
Diodetestlamp (zie 1 8, pagina 3) of voltmeter (zie 1 9, pagina 3)
Isolatieband (zie 1 11, pagina 3)
Evt. kabeldoorvoertulen
Voor het bevestigen van de kabels hebt u evt. nog meer kabelbinders nodig.
8.2
Camera monteren
Als door de aanbouw van de camera de voertuighoogte of
voertuiglengte zoals aangegeven in de voertuigpapieren wordt
veranderd, moet er een nieuwe inspectie door de betreffende
instanties plaatsvinden (in Duitsland: TÜV, DEKRA etc.).
Laat de nieuwe inspectie door de betreffende dienst voor
wegverkeer in de voertuigpapieren zetten.
Waarschuwing!
Kies de plaats van de camera zo en bevestig hem zo vast, dat in
geen geval in de buurt staande personen gewond kunnen raken,
b. v. omdat over het dak van het voertuig strijkende takken de
camera afbreken.
Neem bij de montage de volgende instructies in acht:
Breng de camera voor een goed perspectief op minstens twee meter
hoogte aan.
Zorg bij de montage voor een voldoende stevige werkplek.
Let erop, dat de montageplaats van de camera stevig genoeg is (er kunnen
b. v. takken die tegen het dak komen, verstrikt raken in de camera).
Monteer de camera horizontaal en in het midden aan de achterkant van
het voertuig (zie a, pagina 6).
Gebruik absoluut de meegeleverde isolatieplaat (8 5, pagina 5).
Hierdoor worden foutstromen door slechte massaverbindingen in het
voertuig verhinderd. Strepen op het beeld of brommen in de luidspreker
en beschadigingen zijn gevolgen van foutstromen.
96
RV-24, RV-27