2.6 Terwijl een laserlijn aan staat, kunt u de vergrendelingsschakelaar in de stand OFF(LOCK) schuiven. De pendel
zal nu vergrendeld zijn.
3. Handmatige modus
3.1 Als de vergrendelschakelaar in de stand OFF (VERGRENDELD) staat en u drukt op
handmatige modus geactiveerd, waarmee de laserunit starre, niet-vlakke laserstralen in elke richting kan
projecteren. De LED-indicator
3.2 Druk op de
puls-toets, de laser zal in de puls modus staan en dan kunt u de laser gebruiken met een laser
lijn detector. Druk nogmaals op de puls-toets om de plusmodus te verlaten.
3.3 Houd ≥2 seconden ingedrukt
Let op:
Als de laserunit in handmatige modus staat, is de zelfnivelleringsmodus uitgeschakeld en zullen alle beschikbare
laserlijnen om de 5 seconden knipperen.
In deze modus kunnen de beschikbare laserlijnen nooit worden vertrouwd voor waterpas- of schietloodreferentie.
4. Let op
4.1 De laserunit moet op een vlakke ondergrond worden geplaatst, zoals een tafelblad, grond, statief, enz. Het
zelfnivelleringsbereik is 3°±1°. De laserlijnen zullen knipperen als de laser zich buiten het zelfnivelleringsbereik
bevindt.
4.2 Zorg ervoor dat de pendel wordt vergrendeld wanneer het toestel niet wordt gebruikt en wordt opgeborgen
om veilig te worden bewaard.
5. Opladen en installeren van batterijen
Wanneer de laatste indicatorbalk van de Li-ion batterij knippert, betekent dit dat de capaciteit van de Li-
ion batterij laag is en dat deze moet worden opgeladen. Gebruik een Type-C kabel om aan te sluiten op
de oplaadpoort. Tijdens het opladen knippert elke balk van de batterijcapaciteitsindicator om de huidige
batterijcapaciteit aan te geven. Na volledig opladen zullen alle indicatorbalken voor de batterijcapaciteit groen
blijven branden.
Heractiveer het Li-ion batterijpakket als de lasereenheid enkele maanden niet is gebruikt.
wordt rood.
om uit te schakelen.
, dan wordt de
NL
43