Het apparaat installeren
• Verplaats het apparaat met geïnstalleerde
uitlaatpijp en hulpstukken in de richting van het
raam. De afstand tussen het apparaat en
aangrenzende muren of andere objecten moet
minstens 50 cm zijn (zoals getoond in Fig. 4).
Opmerkingen:
• Het platte uiteinde van de uitlaatpijpverbindingen
moet op zijn plaats worden geklikt.
• De pijp mag niet vervormd of sterk gebogen zijn
(meer dan 45°). Houd de ventilatie van de uitlaatpijp
vrij.
• Verleng de uitlaatpijp en klik het platte uiteinde ervan in het ellipsvormige gat van de
afdichtplaat van de win dow.
Let op:
• De lengte van de uitlaatpijp moet 280~1.500 mm zijn en deze lengte is gebaseerd
op de specificaties van deze airconditioner. Gebruik geen verlengbuizen en vervang
de buis niet door een andere buis omdat dit storingen kan veroorzaken.
• De uitlaat moet vrij zijn, anders kan deze oververhitting veroorzaken.
S. 52
Figuur 4