Volume- en klankinstelling
Geluidsonderdrukking (Mute)
Cockpit
Om het volume te onderdrukken
drukt u kort op de toets ON/OFF 1.
u
Voor het opheffen van de geluidsonder-
drukking
u
drukt u opnieuw kort op de toets ON/
OFF 1 of de toets VOLUME COCKPIT
+ of – 2.
Cabin
Om het bronvolume te onderdrukken
u
drukt u op de toets MUTE 8.
Voor het opheffen van de geluidsonder-
drukking
u
drukt u opnieuw op de toets MUTE 8
of de toets VOLUME CABIN + of – :
of enige andere toets dan de onder-
drukte bron.
De Mute-functie werkt niet bij gebruik van
de microfoon.
Klankinstelling
Cockpit
De klankinstelling voor de cockpit voert u
uit op de aangesloten radio. Lees hiertoe
de gebruiksaanwijzing van de radio.
Cabin
Om de lage tonen in te stellen
u
drukt u net zo vaak op de BASS +/– 3
toets als gewenst is.
Om de hoge tonen in te stellen
u
drukt u net zo vaak op de TREBLE +/–
4 toets als gewenst is.
50
Mededelingen via microfoon
Mededelingen via de
microfoon
Op de CBA47 kunt u twee microfoons aan-
sluiten. De ingangen (kamer D) zijn elk met
een schakeluitgang uitgerust.
Algemeen
Microfoon 1 (bestuurdermicrofoon) heeft
voorrang boven microfoon 2 (bijrijder mi-
crofoon).
Bij een uitgeschakeld apparaat, kunt u het
apparaat met microfoon 1 in- en uitschake-
len.
De mededelingen zijn hoorbaar in de
cabin.
Tijdens een mededeling met microfoon 1
wordt de gekozen bron onderdrukt. Wisse-
len van bron is niet mogelijk.
Het volume van de mededeling stelt u in met
de toetsen VOLUME CABIN +/– :.
Het ingestelde volume wordt opgeslagen.
Wordt een microfoon gedeactiveerd, dan
keert het apparaat terug in de oorspronke-
lijke toestand.
Mix-functie
Met microfoon 2 kunt u in de cabin een mix
met de gekozen bron uitvoeren (Karaoke-
functie).
u
Selecteer met het gewenste weergave-
niveau radio, Aux of video.
u
Schakel microfoon 2 in.
(Microfoon 1 moet uitgeschakeld zijn)
u
Stel het microfoonvolume in met de
toetsen VOLUME CABIN +/– :.