• Het apparaat mag niet naast radiators of kookplaten geplaatst worden.
• Controleer of de stopcontacten, na het installeren, toegankelijk zijn.
• Zorg er bij het plaatsen van het apparaat voor dat het netsnoer niet bekneld of
beschadigd is.
• Uw apparaat is niet ontworpen om in een garage, kelder of vergelijkbare locatie te
worden geplaatst.
Energiebesparingen
Om het energieverbruik van uw apparaat te beperken:
• Installeer het in een geschikte ruimte (zie het hoofdstuk "Installatievoorschriften").
• Houd de deuren zo kort mogelijk open.
• Zorg voor een optimale werking van het apparaat door regelmatig de condensator te
reinigen (zie het hoofdstuk " Wartung").
• Controleer regelmatig de deurrubbers om er zeker van te zijn dat deze goed sluiten.
Neem, indien dit niet het geval is, contact op met de Servicedienst.
• De volgende opstelling van de apparatuur van uw apparaat (planken...) wordt
aanbevolen, zodat de energie zo rationeel mogelijk door het koelapparaat wordt
verbruikt.
✓ De thermostaat van het toestel is elektronisch en maakt het mogelijk de
temperatuur in te stellen tussen 5 en 20 graden.
Voor het bewaren van wijn is het aan te raden om het apparaat op 12 graden te zetten.
Deze temperatuur kan worden aangepast aan het soort opgeslagen wijn.
69