4.6 Verwarmings- en koeluitgangen
Het gedrag van de uitgangen (vrij contact) is afhankelijk van de DIP3 (zie 3.3):
• DIP3 = OFF: De verwarmings- of koeluitgang wordt constant geactiveerd volgens de
modus van de installatie (verwarmen of koelen).
• DIP3 = ON: De verwarmings-/koelingsuitgang wordt geactiveerd wanneer er in de
installatie vraag is naar verwarming of koeling.
Bij RF-storing wordt de verwarmingsuitgang continu geactiveerd.
4.7 Externe antenne
De afstand tussen 2 apparaten met interne antenne moet minstens 50 cm bedragen.
De controller heeft een interne antenne. Indien nodig kan een externe antenne worden aan-
gesloten om de RF-communicatie te verbeteren. Dit kan nuttig zijn als de controller in een
metalen omkasting wordt geïnstalleerd. In dat geval moet u de externe antenne buiten de
metalen omkasting installeren.
Respecteer het montage-advies om de
gevoeligheid te optimaliseren en
storingen te voorkomen.
De antenne moet geïnstalleerd zijn:
• buiten de metalen omkasting,
• in verticale positie
• en ten minste op 50 cm van metalen delen.
5. SYSTEEMCONFIGURATIE
De SH-HCM moet altijd worden gekoppeld aan een SH-CD-regelaar, zelfs als u een SH-CU gebruikt. Er is altijd maar
één SH-HCM per installatie..
SH-HCM
48
50 cm
SH-DT
SH-CD
NL
SH-AT